Communiceren met mensen die vergevorderd alzheimer hebben, is niet altijd makkelijk. Toch ontdekt verpleegkundige Amy Kraaijeveld dat er ook andere manieren van contact mogelijk zijn. Ze deelt een ontroerende situatie.
Het is mei 2020. De 88-jarige meneer Beek is bij ons opgenomen met een dubbele longontsteking, een gevolg van corona. Laten we hem Hans noemen. Hans is een echt ‘oud besje’ zoals ze dat in onze buurt noemen. Hij heeft een vergevorderd stadium van alzheimer en is niet meer in staat om te communiceren.
Neuriën
Sinds een paar maanden is Hans bedlegerig en krijgt hij thuis mantelzorg van zijn echtgenoot. Maar ook mevrouw Beek testte positief en was daarna niet meer in staat om voor haar man te zorgen. Daarom worden wij ingeschakeld. Tijdens onze ontmoeting zie ik een man met hele vriendelijke ogen, hij reageert bij aanspreken met een grote lach en een ontspannen blik. Tegelijkertijd zie je zijn kwetsbaarheid: hij oogt grauw en heeft een ingevallen gelaat. Hans is een zichtbaar zieke man.
De volgende ochtend hoor ik hem neuriën op de gang, het is moeilijk te verstaan maar het liedje heeft een herkenbare melodie. Tijdens het dagelijkse facetime moment met zijn vrouw, later op de dag, vertelt ze dat Hans 40 jaar lang in een mannenkoor heeft gezongen. Na zijn diagnose is dit niet veranderd, op het moment dat hij niet meer kon praten veranderde dit in neuriën.
Contact door muziek
Hans wordt in de loop van de middag zuurstofbehoeftig, zijn saturatie dipt fors en hij maakt intensief gebruik van zijn hulpademhalingsspieren om maar adem te kunnen halen. Tijdens het aansluiten van de zuurstof begint hij opnieuw te neuriën en opeens herken ik de melodie. Het is een bekend kerkelijk lied. Ik begin te zingen, mijn collega herkent het lied ook en samen zingen we mee met Hans. Hij begint te stralen en met zijn armen te bewegen op de maat. Zijn gezichtsuitdrukking spreekt boekdelen, zijn ogen glinsteren en hij heeft een glimlach van oor tot oor. Hij is duidelijk onwijs aan het genieten. We nemen een moment om met hem te zingen en het raakt me.
Later die week is Hans overleden aan de gevolgen van corona. In zijn laatste dagen kon hij niet meer neuriën en deden wij dat voor hem. In de week na het overlijden las ik de rouwkaart, waarop de tekst stond: “Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof” – Psalm 63:4. Wat een treffende tekst. We hebben niet lang voor deze meneer gezorgd, maar de zorg die we mochten verlenen was zo bijzonder en intiem. Ondanks het onvermogen om met elkaar te kunnen praten, hadden we meer contact dan ooit. Muziek was de taal die we beiden spraken.