Het is een rustige zaterdagavond. Ik heb wel het een en ander op de planning staan, maar het is goed te doen. Zulke avonden mogen er wezen. Ik heb al gegeten en heb net bij een patiënt antibiotica via een infuus toegediend. Mijn volgende patiënt is een mevrouw in de terminale fase, bij wie ik, op verzoek van de huisarts, de morfinepomp op moet hogen. Deze mevrouw woont in een aanleunwoning van een verpleeghuis. Ik ben diezelfde middag nog bij haar geweest. Ondertussen heeft de huisarts naar haar gekeken en besloten dat ze een hogere dosering morfine moet krijgen. Terwijl ik ernaartoe rijd, zie ik de zon net onder gaan. Het is een mooie avond.
Haar zoon opent de blauwe voordeur. Ik stel me voor en vraag hoe het gaat. Hij geeft aan blij te zijn dat ik er ben om de pomp op te hogen, omdat zijn moeder opeens wakker is geworden. En dat was niet de bedoeling. “Waarom is dat niet de bedoeling?” vraag ik hem in kleine gangetje. Ze heeft enkel een pijnstillend middel in de medicatiepomp zitten, er is dus geen sprake van sedatie. De zoon geeft aan dat de huisarts had uitgelegd dat bij een hoge dosis morfine er wel sprake zou zijn van een bewustzijnsverlaging en dat ze hoogstwaarschijnlijk niet meer wakker zou worden.
Wat nu te zeggen?
Even ben ik stil en ga na wat het beste is om nu te zeggen, zonder de huisarts af te vallen. Ik baal ervan dat dit zo is uitgelegd aan de familie. Uiteindelijk leg ik uit dat morfine een sterk pijnstillend middel is, dat als bijwerking sufheid kan geven. Dit kan zeker het geval zijn wanneer het net gestart is. Het is echter niet bedoeld als sederend middel. Daarnaast was er ook niet afgesproken om over te gaan op sedatie. De zoon van mevrouw kijkt me niet begrijpend aan en vertelt me dat hij het niet wenselijk vindt dat zijn moeder bij bewustzijn is. Ik stel voor dat we bij haar gaan kijken.
Lijden
In de slaapkamer zie ik een klein, tenger vrouwtje liggen in een groot verpleeghuisbed. Ze heeft een reutelende ademhaling, maar ze lijkt heerlijk te liggen. Haar ogen zijn open en ze kijkt naar haar dochter, die naast het bed zit en haar lieve woorden toefluistert. Dan kijkt de dochter mij aan en net als haar broer zegt ze me: “Wat fijn dat u er bent zuster, mijn moeder is wakker geworden en dat willen we niet.” Ik vraag haar waarom en ze geven aan dat ze niet willen dat hun moeder lijdt. Ik leg hen uit dat het er niet zo uitziet en dat ze juist heel comfortabel oogt. Ze lijkt lekker te liggen, toont geen tekenen van pijn en lijkt geen hinder te ondervinden van de reutelende ademhaling.
Hoe werkt morfine?
Ik besluit nogmaals de werking van morfine uit te leggen. Dat het is bedoeld om de pijn en eventuele benauwdheid te verminderen, niet om mevrouw in slaap te brengen. Toch blijven ze erbij dat ze liever zouden zien dat hun moeder niet meer bij kennis zou zijn. Daarop besluit ik ze de tip te geven waar ze informatie kunnen vinden over de laatste levensfase, zoals dat reutelen. Ook adviseer ik ze om het bewustzijn van hun moeder positief te benutten door lieve dingen te zeggen of haar naar haar favoriete muziek te laten luisteren. Hier kunnen ze wel een beetje in meekomen.
Hoe lang nog?
Zoals afgesproken met de huisarts verhoog ik de stand van de medicatiepomp en noteer dit op het bijbehorende formulier. Dan krijg ik een vraag die ik niet kan beantwoorden: “Maar zuster, hoelang duurt het nu dan nog? Want de huisarts had gezegd dat ze vandaag waarschijnlijk zou overlijden, maar het is nu al negen uur.” Weer heeft de huisarts informatie gegeven die niet klopt, althans: dit kan je nu eenmaal niet voorspellen. Ik vraag waarom deze vraag zo belangrijk voor hen is. En dan wordt me een hoop duidelijk… Het blijkt dat ze het waken zwaar vinden en dat ze liever hebben dat hun moeder snel overlijdt. Ik kan me er van alles bij voorstellen en vertel ze dit ook. Maar daarbij leg ik uit dat morfine niet levensbekortend werkt, net als een eventueel sederend middel ook niet doet. Ze zullen toch echt geduld moeten hebben tot het hart stopt met kloppen en eventueel met elkaar het waakschema herzien. Ik verlaat het appartement en laat de familie weer alleen.
Reflectie
’s Nachts in bed denk ik na over deze casus. Had ik andere dingen moeten zeggen om de familie gerust te stellen en hen te ondersteunen? Ik kan me indenken dat waken zwaar is en dat je misschien liever zou willen dat dit niet zo lang nodig zou zijn. Dit overdenkende, besluit ik dat mijn aanpak niet zo gek is geweest. De volgende keer zorg ik dat ik foldermateriaal mee heb om aan de familie te geven. Ik val in slaap. Uiteindelijk sterft hun moeder die zondag een natuurlijke dood. De familie is blij met de geboden zorg en vindt het fijn dat ze tot het laatste moment bleven waken.