Sommigen twijfelen jaren over hun carrière en hoppen van studie naar studie, maar anderen weten al snel precies wat ze willen gaan doen. Lekker makkelijk, denk je misschien, maar toch loopt ook de vastbesloten student tegen valkuilen en twijfels aan. Uiteindelijk loopt je loopbaan bijna nooit zoals je het vooraf had uitgestippeld, en dat is misschien maar goed ook.
Ik was pas zes jaar, maar wist al exact wat ik ging worden: kraamverzorgster. Ik zag het al helemaal voor me: die lieve baby’s, zo klein en schattig. De hele dag voor ze zorgen. Het begin van mijn carrière was nog heel ver weg, maar ik wist al precies wat ik wilde worden. Tijdens mijn jeugd bleef ik graag andere mensen helpen, dus toen ik na de middelbare school koos voor de opleiding tot verpleegkundige was niemand verbaasd. Toch liep het anders dan ik als zesjarige voor ogen had.
Een ander pad
Tijdens de eerste stage van mijn opleiding kom je niet zomaar op de kinderafdeling of kraamzorg terecht, deze stage is vooral bedoeld om je te oriënteren. Ik richtte me op de basiszorg en ging aan de slag in een klein verzorgingshuis op fietsafstand van mijn ouderlijk huis. Ik had geen flauw idee hoe het daar zou zijn en leerde in de eerste weken vooral het team, de organisatie en de cliënten kennen. Keer op keer werd me gevraagd wat ik na mijn opleiding wilde gaan doen. Ik gaf daarbij aan dat ik graag de kraamzorg in wilde, al was dat plan inmiddels wel iets aan het wankelen. Mijn romantische beeld van de hele dag baby’s knuffelen was natuurlijk verre van de realiteit.
Tijdens die eerste praktijkperiode leerde ik onder andere om iemand te wassen. Mijn eerste ervaring was met een dame van ergens in de tachtig, die vanwege ernstige reuma vergroeide vingers had. Het zag er voor mij heel akelig uit, dus waste ik haar heel voorzichtig. “Je hoeft me niet te aaien hoor!” zei ze al gauw tegen me. “Je mag me echt wel flink wassen, dat vind ik fijn. Ik ben zeker je eerste?” Dat was ze zeker, maar oh wat heb ik hier van geleerd. Ik heb hierna ontzettend veel met haar gelachen, maar ook met alle andere cliënten van de afdeling. Ik ging elke dag met plezier naar mijn stage en kwam na elke dienst vol verhalen thuis. Ontroerende en bijzondere verhalen, maar ook lachwekkende en gezellige. Deze eerste stage veranderde alles aan mijn toekomstplan. Ik wist het nu echt zeker: mijn hart lag bij de ouderenzorg.
Blijven ontwikkelen
Inmiddels werk ik al vijftien jaar in de ouderenzorg en ben ik vier diploma’s verder. Ik ben begonnen als helpende, maar ben inmiddels afgestudeerd als hbo-verpleegkundige met als specialisatie Verpleegkundige Geriatrie Gerontologie. Naast dat ik meerde opleidingen heb afgerond, heb ik ook in alle facetten van de gezondheidszorg rondom de geriatrische zorgvrager werkervaring opgedaan. Tijdens mijn opleiding ben ik gaan werken als helpende in de thuiszorg, na mijn opleiding in verzorgings- en verpleeghuizen en toen ik bezig was met mijn HBO-V opleiding heb ik een jaar klinische ervaring opgedaan op de geriatrieafdeling.
Al deze jaren heb ik veel geleerd en gezien. Ik ben nog altijd helemaal zeker van mijn keuze voor de ouderenzorg, al past niet iedere setting bij me. Zo merkte ik in het ziekenhuis dat ze soms erg lang doorbehandelen, terwijl dat in mijn ervaring niet altijd de wens van de patiënt hoeft te zijn. Als je 86 bent gaat het niet meer om overleven, maar om het leven. En daar word ik maar al te vaak op gewezen door mijn cliënten. Ik heb een geweldig vak. Een vak met elke dag een uitdaging en waarvan niet een dag hetzelfde is, maar waar ik elke dag van terugkom met een nieuw verhaal.