Ook in de verslavingskliniek kunnen er soms ineens heftige dingen gebeuren. Wanneer de partner van een cliënt plotseling overlijdt, is de hele groep van slag. Inclusief wij als zorgverleners.
Het is vrijdagavond in de kliniek. Een avond waarop ik er altijd een punt van maak om het gezellig te hebben samen. Juist in de verslavingszorg is het zo belangrijk dat cliënten leren ervaren dat zij het leuk kunnen hebben zonder middelen. Daarbij leren zij zichzelf ook vaak opnieuw ontdekken. Sommigen komen erachter dat ze heel muzikaal zijn of dat ze heel creatief zijn met verf. Anderen merken juist dat ze heel erg kunnen genieten van een boek of een film.
Vanavond staat er een spelletjesavond op het programma. Er is veel lekkers in huis want Max neemt afscheid vanavond. Sommige cliënten maken daar best een ding van en vinden het leuk om uitgebreid stil te staan bij het afscheid. Ze hebben dan soms al elf weken in de kliniek gezeten, best een tijd. Vanavond staat er Triviant op het programma. De teams zijn gevormd en iedereen is strijdlustig, want we spelen natuurlijk wel om te winnen!
Een onverwachts overlijden
Dan word ik door een cliënt geroepen, ze ziet er bezorgd uit. “Nicole, wil je even meelopen alsjeblieft?” vraagt ze. Op de gang staat een andere cliënte: Lisa. Ze huilt. Ik weet dat zij gisteren een moeilijke dag heeft gehad. Haar vriend was niet komen opdagen bij een afspraak in de kliniek. Ze had daar de hele dag al spanning voor gehad en was best ontdaan dat hij niet was verschenen. Hij had zich niet afgemeld, maar dit was niet per se raar voor hem, zo zei ze zelf. Aan het einde van de middag had ze hem weer gesproken en was ze zichtbaar opgelucht. Maar nu is er niks meer over van die opluchting. De gedachte dat hij het misschien uit heeft gemaakt schiet meteen door mijn hoofd, maar zodra ze begint te praten voel ik al het bloed uit mij gezicht wegtrekken. “Rob is verongelukt”, snikt ze. “Kijk maar.” Ze laat een foto zien van een auto die volledig in de prak ligt. Verschillende nieuwssites schrijven al over een eenzijdig dodelijk ongeval.
Onderweg naar haar
Langzaam dringt de realiteit binnen van wat Lisa me vertelt. Haar vriend was onderweg naar haar toe vanmorgen. Hij wilde goedmaken dat hij gisteren niet bij de afspraak was verschenen. Terwijl ze hem sprak, kon ze duidelijk horen dat hij onder invloed was. Ze heeft hem toen gevraagd, bijna gesmeekt, om thuis te blijven. Maar het had hem niet weerhouden om in de auto te stappen. Vlak voor het ongeluk had hij nog een audiobericht ingesproken waarin hij Lisa vertelde dat hij bijna bij haar was en er naar uitkeek om haar te zien.
Toch heeft Lisa op dit moment nog geen officiële bevestiging gekregen dat het echt haar vriend was die in de auto zat. Omdat hij wel vaker niet reageert, heeft ze de hoop dat het allemaal een groot misverstand is. Ze vraagt of ik uit kan zoeken wat er gebeurd is. Ik bel voor haar met de alarmcentrales, die zijn identiteit niet mogen bevestigen maar wel kunnen zeggen dat het slachtoffer inderdaad is overleden aan zijn verwondingen.
De hele groep is aangedaan
Met dit nieuws moet ik terug naar Lisa. Ondertussen staat de hele kliniek op zijn kop, want het nieuws gaat als een lopend vuurtje over alle afdelingen. Bij iedereen roept het wel iets op dat zij zelf hebben meegemaakt. Die avond ben ik druk bezig met het troosten van Lisa en het troosten van ‘mijn’ groep, omdat dit nieuws bij ons allemaal keihard binnenkomt. Lisa krijgt uiteindelijk contact met de vader van haar vriend, die bevestigt dat het inderdaad om hem gaat.
Gelukkig wordt ze enorm goed opgevangen door de groep, maar het nieuws moet ook duidelijk nog echt bij haar landen. Op een bepaald moment geeft zij aan zich terug te willen trekken op haar kamer. We spreken af dat ik haar later nog even kom opzoeken. Met de groep staan we stil bij wat dit bij iedereen los maakt. Sommigen zijn met stomheid geslagen maar anderen delen hun eigen verhalen van verlies.
We praten over wat helpend is op zulke momenten en hoe iedereen rouwt op zijn eigen manier. We bespreken met elkaar dat we vooral open zullen blijven naar Lisa, en haar vragen waar zij behoefte aan heeft. Ook spreken we af dat cliënten altijd de ruimte hebben om hierover te praten met ons als zorgverleners, wanneer zij deze behoefte voelen. Wij blijven dat de komende dagen ook actief aanbieden. Mijn collega’s doen hetzelfde op de andere afdelingen.
En zo komt er een einde aan de heftigste dienst die ik tot dan toe in de kliniek gedraaid heb. Een hele intense avond waarbij ik als hulpverlener op de proef werd gesteld, maar waarin de saamhorigheid van de groep een klein lichtpuntje was.