Het markeren is een belangrijke stap voor het op gang brengen van de palliatieve zorg, maar toch blijkt dat het in de praktijk niet altijd makkelijk is. Uit ervaring weet ik dat het belangrijk is om hier aandacht aan te besteden en er soms zelfs vaste momenten voor in te plannen.
De palliatieve zorg begint vaak met de markering van de palliatieve fase: het moment dat iemand een aandoening krijg waar geen genezing meer van mogelijk is. Dit geldt ook voor mensen met een toegenomen kwetsbaarheid, door bijvoorbeeld een hoge leeftijd en meerdere gezondheidsproblemen. Ook het markeren van volgende fases kunnen helpend zijn en dienen als het ware als een kapstok voor het verdere beleid en gesprek.
Markeren is lastig
Toch blijkt dat het markeren in de praktijk niet altijd lukt. En dat is niet zo gek, want het is ook hartstikke lastig! Er moet een gesprek gevoerd worden over het zware onderwerp levenseinde. Hoe pak je dat aan? Wie snijdt het onderwerp aan? Wanneer is het juiste moment en hoe kunnen we dit vastleggen zodat alle zorgverleners op de hoogte zijn?
Vaak weten we als zorgverleners best dat een patiënt, cliënt of bewoner kwetsbaar is en vermoedelijk niet lang meer zal leven. Dit wordt, naar mijn ervaring, echter weinig uitgesproken naar die patiënt en zijn naasten. Het wordt niet vastgelegd. Het resultaat is dat de patiënt niet goed weet waar hij aan toe is en dat er vaak niet kritisch gekeken wordt naar een medisch beleid. Hierdoor kan iemand bijvoorbeeld behandeld worden voor een gezondheidsprobleem waar hij vervolgens slechter uitkomt, wat een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van leven.
Zo pak je het aan
Kwaliteit van leven, dat is als zorgverleners toch ons uiteindelijke streven? Transparant zijn over de laatste levensfase is hierbij van essentieel belang. Maar hoe voer je dat gesprek dan? Er zijn drie momenten om dit te doen: bij opname, tijdens een jaarlijkse zorgbespreking en bij (acute) verslechtering van de gezondheid. Een opname, bijvoorbeeld in het ziekenhuis of verpleeghuis, is een belangrijk ijkpunt in iemands leven. Het geeft namelijk aan dat er op dat moment iets gaande is waarvoor er (tijdelijk) meer zorg nodig is. Het markeren bij opname is soms lastig omdat je de patiënt nog niet goed kent en omdat er mogelijk nog gezondheidswinst is te behalen.
Maak van het markeren waar mogelijk een standaard terugkerend punt tijdens de zorgbesprekingen. Als je het als standaard onderdeel benoemt, heeft het ook een minder zwaar karakter. Hetzelfde geldt voor het opnieuw bespreken van het medisch beleid. Voor een verpleeghuis geldt: eigenlijk bevinden alle verpleeghuisbewoners zich in de palliatieve fase, hoe lang deze ook mag duren. Door dat te benoemen kan je iemand ertoe zetten om na te gaan denken over het levenseinde, hierdoor kan je als zorgverlener veel beter zorg op maat verlenen.
Een laatste noot: een patiënt mag ook informatie weigeren. Het kan goed zijn om te vragen of iemand wil weten waar hij aan toe is. Is het antwoord nee, vraag dan of je het mag bespreken met diens vertegenwoordiger.
Praktische tip, die 3 momenten om markering ter sprake te brengen! Blijkt in de praktijk inderdaad vaak moeilijk om het juiste moment te vinden, patiënten zitten er vaak aanvankelijk niet op te wachten dat je het levenseinde ter sprake brengt, maar als je eenmaal in gesprek bent, wordt het juist wél gewaardeerd.
Dat merk ik ook, dat het vaak gewaardeerd wordt. Fijn dat je iets aan de tips hebt!