Hoe meer je leert, hoe minder je weet. Dat besefte ik meer en meer toen het afstuderen van de HBO-V in zicht kwam. Ondanks de bestudeerde theorie, de gelopen stages en mijn tijd als leerling in het Amphia, ontdekte ik dat er nog heel veel meer te weten en te leren viel.
Natuurlijk had het volgen van de opleiding mij klaargestoomd om als verpleegkundige te kunnen starten in de praktijk, maar er waren veel meer dingen die ik nog niet geleerd had dan dingen die ik wel geleerd had. Daarom ben ik de specialisatie tot oncologieverpleegkundige gaan doen. Toch had ik ook na het afronden van deze opleiding nog niet het gevoel dat het eindstation bereikt was.
Het verpleegkundig perspectief kan veel beter benut worden
Verpleegkundigen brengen, vergeleken met andere zorgverleners, relatief veel tijd door met patiënten. Zij kunnen de spil zijn in het multidisciplinaire web rondom een patiënt. Langzamerhand begon het me op te vallen dat zorgverlening veel meer is dan het primaire ‘frontstage’ proces aan het bed tussen zorgvrager en zorgverlener, tussen patiënt en professional. Zo kunnen verpleegkundigen bijvoorbeeld ook van waarde zijn in het meedenken omtrent beleidskwesties of kwaliteitsinitiatieven. Dit wordt door artsen bijvoorbeeld al meer gedaan, maar het verpleegkundig perspectief wordt nog niet altijd benut.
Het is juist belangrijk dat verpleegkundigen de ruimte krijgen en gemotiveerd worden om verder te kijken dan alleen naar de primaire zorgverlening. Zo wordt het voor hen mogelijk om bepaalde competenties te ontwikkelen die een belangrijke rol kunnen spelen op andere plaatsen in het zorgproces. Dit kan uiteindelijk weer bijdragen aan de zorg die zij leveren aan patiënten.
Leren over onmisbare vraagstukken binnen de zorg
Om ook meer te leren over de ‘backstage’ van de zorg, startte ik vorig jaar met de pre-master Gezondheidswetenschap, Beleid & Management Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De pre-master heb ik inmiddels afgerond en sinds september ben ik begonnen met de master Health Care Management. Hierin leer ik bijvoorbeeld met welke wet- en regelgeving je te maken hebt, op wat voor manier beleid tot stand komt, hoe je kwalitatief goede en veilige zorg levert, het verlenen van patiëntgerichte zorg en de rol van innovatie.
Dit lijken hele brede vraagstukken, maar het leuke is dat elke zorgverlener hier, bewust of onbewust, haast dagelijks mee te maken heeft. Al deze facetten zijn misschien niet zo expliciet of direct zichtbaar wanneer je aan het bed van de patiënt staat, maar ze zijn onmisbaar voor het leveren van zorg. Naast mijn studie werk ik ook nog steeds als oncologieverpleegkundige op de chirurgie. Ondanks de drukte die de combinatie van werken en een fulltime studie met zich meebrengt, is het onwijs leuk om te merken hoe de theorie van de opleiding overeenkomt en verbonden is met de praktijk. Zo worden theoretische concepten heel tastbaar en concreet.
De combinatie van het frontstage zorg verlenen en de backstage zorgprocessen vind ik juist zo interessant omdat ze hand in hand met elkaar gaan. Deze masteropleiding leert me om de praktijk waarin ik werk vanuit een ander perspectief te zien en te begrijpen. Mocht het je leuk lijken om verder te leren, zou ik zeker aanraden om eens te kijken naar mogelijkheden die niet zo voor de hand liggen. Een specialistische afdeling binnen het ziekenhuis klinkt vaak als een logische vervolgstap, maar er is nog veel meer mogelijk. Met je diploma als verpleegkundige kan je namelijk heel veel kanten uit. Er valt altijd wat te leren!
Dit artikel verscheen eerder in Ambitie, het wetenschapsmagazine van het Amphia Ziekenhuis