Als verpleegkundige krijg je tijdens het werk continu te maken met prikkels. Je patiënt belt, familieleden klampen zich aan je vast met vragen, infusen slaan op alarm, je telefoon rinkelt en ondertussen staat de arts alweer klaar om visite te gaan lopen. Dit zijn voorbeelden uit de dagelijkse praktijk die je waarschijnlijk heel bekend in de oren klinken.
De verpleegkundige is eigenlijk net een duizendpoot. Tijdens je werk ben je een spin in het web en houd jij alle balletjes hoog. Je moet keuzes maken, prioriteiten stellen, hollen en vooral weinig stilstaan. Een rustmomentje zit er vaak niet in en zelfs je welverdiende maaltijd laat nog weleens op zich wachten. We signaleren de kleinste dingen, onze voelsprieten staan uit en we zijn een kei in multitasken.
Jaren geleden had ik nooit gedacht dat een opleiding tot verpleegkundige in de praktijk zo divers zou zijn. Dagelijks wordt er een beroep op je creatieve brein gedaan en je maakt de gekste dingen mee. Zo was ik laatst gepromoveerd tot muggenmepper en wist ik van een stukje verband een haarband in elkaar te knutselen. Zo zie je maar weer, als verpleegkundige zijn we van alle markten thuis.
Druk, drukker, drukst
Door de jaren heen is de werkdruk alleen maar toegenomen. We voeren meer taken uit in minder tijd, het werktempo ligt hoger en de turnover wordt alsmaar groter. Door bezuinigingen zijn er minder handen aan het bed beschikbaar en is het vaak roeien met de riemen die je hebt.
Steeds meer handelingen moeten worden geregistreerd en ons to-do lijstje lijkt alleen maar te groeien. Continu verstoringen tijdens je werk en alles uit je handen laten vallen wanneer je pieper alweer begint te loeien. Voor mij als verpleegkundige is dit heel gewoon, maar is dit eigenlijk wel zo vanzelfsprekend als we denken?
Stil leren staan
Ik neem het mee naar huis en betrap mezelf erop dat ik al multitaskend door aan het rennen ben. Ik sjees van links naar rechts en kan maar moeilijk stilzitten. En als ik dan net een slok van mijn koffie neem, valt mijn oog alweer op de afwas die ik in de drukte helemaal vergeten ben. Ga toch eens even zitten, hoor ik mezelf zeggen, maar ondertussen ga ik maar door en geeft stilzitten me juist onrust. Iets wat er door de jaren heen is ingeslopen en waarvan ik me niet bewust was.
Totdat ik aan het werk ging op Curaçao, waar hollen vooral stilstaan werd en ik ineens verplicht werd om een tandje lager te gaan. Iets waar ik, vooral in het begin, maar moeilijk aan kon wennen. Ik werd er onrustig van en had continu het gevoel iets te móeten doen. Maar ook zonder haast verliep mijn dienst prima en was er geen man overboord. Even stoom afblazen, op adem komen en éindelijk eens dat luisterend oor aan mijn patiënt kunnen bieden zonder allerlei verstoringen om me heen. Zo zie je maar weer dat het ook anders kan. Wat een oase van rust! Hier kan ik wel aan wennen.