Liefhebbers van shoppen in een supermarkt kunnen in de VS hun hart ophalen. Prachtig opgediste groenten, vrolijk gekleurd fruit, fris glimmend door de permanente beneveling met water en dat alles in eindeloze rijen. Hoeveel gezondheid wil een mens bij elkaar zien? Ook andere producten liggen strak in het gelid, keurig geordend in de schappen.
Wie op zoek is naar een pak koffie kan kiezen uit tientallen merken, soorten, smaken en geuren. Een andere prettig kenmerk in zo’n supermarkt zijn de brede looppaden, want Amerikanen houden er niet van als je met je karretje tegen ze aanbotst. Het ‘I’m so sorry’, is dan ook een veelgehoorde uitroep bij het winkelen. Je zou de Amerikaanse supermarkt kunnen definiëren als onpersoonlijk en overgereguleerd, maar winkelen in de VS is absoluut een uitje!
Ingepakt
Ook een groot genoegen in de supermarkt is het feit dat je boodschappen bij de kassa standaard worden ingepakt. Daar begint ook de eerste mogelijkheid voor persoonlijk contact. Zo’n eerste contact had ik met Ron, de inpakker. In zomaar een supermarkt in Los Angeles ontmoette ik hem. Eerst had ik het niet zo in de gaten, maar toen het inpakken toch wel erg lang duurde en allerlei hulptroepen Ron te hulp schoten, werd het me duidelijk. Ron, een oudere man, keurig in uniform met naambordje op, was licht verstandelijk gehandicapt. Dat maakte dat hij niet zo snel inpakte als je als klant zou willen. Immers, Ron moest lang nadenken bij elke boodschap die hij van de kassière doorgeschoven kreeg. Moest het product in een plastic tasje, in een dubbele plastic tas of in een papieren zak met of zonder hengsel? Voor een gemiddeld mens niet zo’n ingewikkelde keuze, voor mijn Ron een hele opgave.
Gelukkig hoefde Ron dit allemaal niet in zijn eentje uit te zoeken, de kassière schoot hem regelmatig te hulp en toen een en ander toch wat lang duurde en de rij wachtenden langzaam begon aan te zwellen, kwam er hulp van een andere inpakker. Geduldig hielp deze man met het afronden van de voor hem ingewikkelde klus, niet geïrriteerd maar met grote zorgzaamheid om Ron zijn eigenwaarde te laten behouden. Tijdens dit hele proces keek Ron met enige regelmaat naar mij, alsof hij zich wilde verontschuldigen voor zijn traagheid. Gelukkig wist ik inmiddels zijn naam, die trots prijkte op zijn winkeluniform. ‘Ron’, zei ik, ‘wat pak je dit geweldig voor me in, daar ben ik heel blij mee. Weet je dat we dat in Nederland zelf moeten doen?’. Een stralende lach van Ron was het antwoord.
Midden in de samenleving
Toen ik thuiskwam, had Ron toch een enorme container met 10 liter water in een iets te slap tasje gepakt. Ik zal u de details van de waterravage besparen. Was ik boos op Ron? Nee, eigenlijk ben ik een beetje van Ron gaan houden. Ron, de licht verstandelijk gehandicapte inpakker bij de supermarkt in Los Angeles. Waarschijnlijk verdient hij maar 8 dollar per uur. Maar wat was hij trots, toen ik hem later die week weer trof. Ah, ‘the Dutch woman, we know each other!’ Ja Ron, wij kennen elkaar en ik vind dat jij jouw werk heel goed doet. Ik snap eigenlijk niet waarom er in Nederland nogal neerbuigend gesproken wordt over de Amerikaanse aanpak om ouderen en licht verstandelijk gehandicapten in te zetten als inpakker bij de kassa. Ik zag een Ron, die midden in de samenleving staat, geen PGB krijgt, maar wel hulp van mensen om hem heen. Mensen die hem waarderen om wat hij is, licht verstandelijk gehandicapt. En zeg nu zelf, wat is daar eigenlijk mis mee? Misschien is een combi van de Nederlandse én de Amerikaanse aanpak een idee. Het gaat er tenslotte om dat wij als samenleving om elkaar heen staan en voor elkaar zorgen.