Een opiniestuk in the Washington Post over humor in de zorg heeft tot een heftige discussie geleid in Amerika. De schrijfster van het stuk, Alexandra Robbins, betoogt dat humor een onmisbaar en logisch middel is voor verpleegkundigen om de stress in hun werk aan te kunnen. Dat de humor soms zwartgallig is, is niet erg, stelt Alexandra.
Als verpleegkundigen cynische of zwartgallige grappen maken over patiënten, moet je dat niet te snel veroordelen. Het betekent niet dat zij geen respect voor hun patiënten hebben of dat verpleegkundigen misbruik maken van hun positie, zegt Alexandra. Voor haar boek ‘The Nurses: A Year of Secrets, Drama, and Miracles with the Heroes of the Hospital’ volgde ze verpleegkundigen in verschillende ziekenhuizen. Ze merkte dat verpleegkundigen die deze vorm van humor gebruiken, juist ontzettend veel om hun patiënten geven. De humor helpt hen door moeilijke tijden heen en geeft hen weer nieuwe kracht om hun werk te doen.
Haar stuk leverde een stroom aan verontwaardigde reacties op. Tegenstanders vinden dat je nooit grappen mag maken over je patiënten, ook niet als goedbedoelde uitlaatklep. Maar ze krijgt ook steun van verpleegkundigen die zich herkennen in het stuk en ervaren dat humor hen helpt de emoties aan te kunnen.
Marcellino Bogers, schrijver van het boek ‘Humor als verpleegkundige interventie’ en mede-eigenaar van Congressen MetZorg, gaf op Radio 5 een interview naar aanleiding van de discussie. Marcellino Bogers benadrukt de kracht van humor. Humor is een prachtig middel om het ijs te breken met een patiënt, om de spanning te verminderen of om een patiënt te laten meebewegen. Ook relativeert humor en verlicht het stress. Tijdens workshops en lezingen die hij geeft, vindt vaak een soortgelijke discussie plaats: wat kun je wel en niet doen? Mag je achter gesloten deuren grappen maken over je patiënten? Of moet je dat sowieso niet doen?
Wat vind jij: hoe ver mag je gaan met humor?