Dieren inzetten in de zorg is natuurlijk niet nieuw. Waarschijnlijk denk je meteen aan een blindengeleidehond of hondje Joep in het verzorgingshuis. Toch zijn er nog talloze manieren waarop dieren iets kunnen betekenen in de zorg. Verpleegkundige Nicole werkt in het team Intensive Home Treatment en deelt een ervaring met haar eigen hond.
Voor mijn werk als verpleegkundige bij het IHT-team bezoek ik vandaag een man van 33 jaar, bekend met autisme en recidiverende depressies. Hij heeft net een deeltijdprogramma bij ons afgerond waarbij hij twee dagen per week groepstherapie volgde bij ons op locatie. Hij is nu in afwachting van de start van een vrijwilligersbaan.
Dierentherapie
Chris doet de deur open en laat me gelaten binnen. Hij is nog steeds erg somber en heeft weinig om handen. Ik stel hem voor om een stuk te gaan wandelen. Tijdens de wandeling maakt hij nog steeds een sombere indruk, het deprimerende weer helpt hierbij niet mee. Chris vindt het moeilijk om een gesprek op gang te houden en het lijkt haast of ik een soort interview aan het afnemen ben waarbij ik vragen stel en hij antwoord geeft. We lopen samen een stukje in stilte verder, als ik hem vraag waar hij dan zoal mee bezig is blijkt mijn vermoeden te kloppen: Chris is aan het piekeren.
Ik herinner mij dat hij tijdens de dagbehandeling eens is begonnen over dierentherapie, dat hij gehoord heeft dat daar goede resultaten mee behaald worden. Mijn interesse gaat hier ook erg naar uit. Hoewel ik hier nog niet in geschoold ben, heb ik hier wel al een pup voor aangeschaft. Ik vraag hem of hij het leuk zou vinden als ik morgen mijn hond meeneem voor de wandeling. Chris gaat hiermee akkoord.
Vertrouwen winnen
De volgende ochtend ontmoet ik hem samen met mijn hond Jessa. Omdat Jessa vlak voor de corona-uitbraak bij mij is gekomen, is ze niet helemaal gesocialiseerd zoals ik het had willen doen. Hierdoor is ze soms wat angstig voor mannen. Ik heb Chris hier vooraf voor gewaarschuwd, waarbij hij aangaf dat dit geen probleem voor hem was. Zodra hij de deur open doet en Jessa hem ziet, begint ze dan ook luidkeels te blaffen.
“Goedemorgen namens ons beide, Chris”, roep ik maar. “Ze zal zo aan je gewend zijn hoor.” Terwijl we lopen doet Jessa haar ding met betrekking tot snuffelen en houdt haar Chris haar goed in de gaten. “Ze is al aan me gewend he?” vraagt hij tien minuten later. Het lijkt hem goed te doen dat hij de ietwat angstige Jessa gerust heeft kunnen stellen door haar gewoon haar ruimte te geven.
Dit heeft op hem een positieve werking doordat hij zijn aandacht even concreet ergens op kan richten, zonder dat hij op een directe manier over zichzelf moet nadenken. Indirect doet hij dit echter wel, door stil te staan welke invloed zijn houding heeft op Jessa. Halverwege de wandeling durft hij het aan om haar wat uit te dagen en een paar stokken te gooien. Ook Jessa heeft inmiddels vertrouwen in onze nieuwe wandelgenoot en reageert goed op zijn commando’s.
Aan het einde van de wandeling geeft Chris aan dat hij het prettig vond. Hij benoemt meermaals dat hij het leuk vond om te zien hoe Jessa aan het begin nog wat terughoudend was, maar dat hij aan het einde van de wandeling toch haar vertrouwen heeft gewonnen. Dit heeft een positief effect op zijn eigen zelfvertrouwen. Wanneer mijn collega de volgende dag weer bij hem langsgaat, heeft hij het nog steeds over onze wandeling en hoe hij uitkijkt naar een volgende. Zo blijkt maar weer dat hulpdieren op veel verschillende manieren kunnen bijdragen aan onze zorgverlening.