“Het is ook altijd hetzelfde met jullie!”, “Zij is echt super slecht hoor, ik heb je gewaarschuwd.”, “Ik voel me hierdoor weer zo ontzettend genaaid!”. Dit zijn bekende uitspraken voor iemand die split, maar die zijn niet helemaal terecht. Verpleegkundige Birgit werkt in de ggz en deelt wat splitgedrag precies inhoudt.
Wanneer je moeilijke emoties en/of impulsen hebt, zoek je meestal naar een manier om met deze onprettige gevoelens om te gaan. In tegenstelling tot bewuste strategieën die we gebruiken om met dagelijkse stress om te gaan, werken deze afweermechanismen op een volledig onbewust niveau. Ze zijn een manier waarop je geest onbewust probeert de angst te verminderen en het emotionele evenwicht te herstellen.
Sigmund Freud was de eerste die sprak over afweermechanismen tegen angst en stress en Anna Freud was de eerste die afweermechanismen definieerde. Na deze oorspronkelijke definitie gingen onderzoekers echter verder op zoek naar andere mogelijke afweermechanismen. Een daarvan is splitsen of splitting.
De kenmerken van splitgedrag
Splitsen is een onbewuste poging om angst voor te zijn, door vrijwel alles in alles-of-niets termen te zien. Het stelt je in staat om dingen die je als ‘helemaal slecht’ bestempelt gemakkelijk te vergeten of zelfs te verlaten en dingen die je als ‘helemaal goed’ beschouwt juist ontzettend te omarmen en te waarderen, zelfs als die dingen schadelijk of riskant zijn.
Splitsen is meestal een reactie op de angst voor afwijzing, verlating of een ander mogelijk emotioneel onderliggend trauma. Het is een veelvoorkomende reactie en tevens een onbewuste beschermlaag waarmee men kan voorkomen om gekwetst of afgewezen te worden of zich verlaten te voelen. Deze reactie zorgt voor heftige positieve of juist negatieve gevoelens over bijvoorbeeld jezelf, voorwerpen, bepaalde overtuigen, andere mensen of specifieke situaties.
Rond de jeugdjaren of de puberteit komt splitsen het meeste voor. Dit wordt dan echter vaak als voorbijgaand beschouwd. Als de gewoonte om te splitsen in volwassenheid blijft bestaan, is dat vaak onderdeel van een trauma en in sommige gevallen ontwikkelt het zich tot een persoonlijkheidsstoornis. Dit gedrag kan vervolgens gekoppeld worden aan verschillende psychische stoornissen. Denk hierbij aan een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS), trauma en borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS), narcistische persoonlijkheidsstoornis of een depressie.
Omgaan met splitsen
Splitsen leidt vaak tot ernstig en soms destructief gedrag, gevolgd door persoonlijke onrust in relaties. Mensen die splitsen, melden vaak dat ze intense en onstabiele relaties hebben. Iemand die de ene dag een vriend is, kan de volgende dag als een vijand gezien worden. Mensen die splitsen worden namelijk vaak gezien als overdreven dramatisch of overspannen. Zulk gedrag kan uitputtend zijn voor de mensen om hen heen. Enkele relatiekenmerken zijn dan ook moeite om anderen te vertrouwen, bang zijn voor de bedoelingen van anderen, sneller de communicatie verbreken met iemand van wie ze denken dat die hen uiteindelijk in de steek zou kunnen laten, veel dynamiek in gevoelens over een persoon (van intens blij naar intens verdriet) of juist vluchtig fysieke en/of emotioneel intieme relaties beginnen.
Er is helaas geen gemakkelijk antwoord op de vraag hoe je moet omgaan met splitsen. Hoewel het soms moeilijk kan zijn, is omgaan met splitsingsverschijnselen wel mogelijk. Professionele hulp kan men helpen om met de splitsingscycli om te gaan. Enkele handvaten voor zowel degene die splitst als de naasten zijn: leer omgaan met de triggers, communiceer open en eerlijk, stel duidelijke grenzen, blijf goed voor jezelf zorgen, verdiep je in de onderliggende oorzaak en/of over de aandoening die het splitsen aanwakkert, wees empathisch en probeer je reactie te beheersen.