Enigszins ondeugend kijkt ze me aan. Wat zal ik doen? Zal ik het laten gaan of toch niet? Samen volgen we de bel die ze net geblazen heeft. Dit is echt een hele grote! Ik kijk haar nogmaals aan, zie haar ogen schitteren. Pats! Ik prik de bel door. Ze schatert het uit.
Een dag later is er niets meer over van de vrolijkheid van de vorige dag. Haar grote ogen zijn nu gevuld met tranen. Ze voelt zich niet lekker. Ze is hangerig en jengelt. Ik doe de controles maar alles is goed. Ik bekijk haar goed, kijk naar haar buikje en zie die erg gespannen staan. Ik bel de arts en een paar uur later breng ik haar naar de operatiekamer. Haar moeder gaat mee. Samen kleden we ons om en lopen met haar mee naar de slaapdokter. Ik heb haar al laten zien wat er zal gebeuren, maar toch vindt ze het heel spannend. Haar moeder ook, maar die houdt zich groot. Samen zingen we haar favoriete liedje van K3. Dat we samen vreselijk vals klinken doet er even niet toe, de grote ogen lichten een beetje op. Het kapje gaat op haar gezicht, ze probeert haar hoofd weg te draaien. De slaapzuster is sterker en wij zingen rustig vals door. Dan beginnen haar ogen te knipperen en wordt het tijd om gedag te zeggen. Haar moeder geeft haar een dikke kus en ik neem moeder mee de operatiekamer uit. Tranen lopen over haar wangen. Je kind moeten overgeven aan die mensen in steriele pakken blijft voor elke ouder naar. Het grote wachten voor haar is begonnen.
De volgende dag haal ik het meisje op van de intensive care waar ze een nachtje heeft moeten blijven. Ze is nog wat vermoeid dus ik doe alleen wat nodig is en laat haar verder vooral lekker met rust. Haar vader zit naast haar en leest verhaaltjes voor.
Een week later werk ik weer. Ik schrik als haar naam niet op de patiëntenlijst staat. Mijn collega ziet mijn blik en zegt ‘geen zorgen, ze is al naar huis’. Ze heeft iets voor me achtergelaten. Een prachtige tekening van een meisje met grote blauwe ogen die aan het bellenblazen is.