‘Heb ik een inschattingsfout gemaakt?’
Sommige situaties blijven je wat langer bij dan normaal. Je blikt terug op je eigen handelen en twijfelt misschien of je het juiste hebt gedaan. Sinds kort werk ik weer in de flexpoule, waardoor ik niet altijd meer alle kennis paraat heb. Laatst had ik zo’n situatie waarbij ik achterbleef met twijfels.
Tijdens mijn avonddienst droeg ik zorg voor Dhr. S, die is opgenomen vanwege rectaal bloedverlies. Een dag eerder heeft hij hiervoor een scopie gehad waarbij er poliepen zijn verwijderd. Meneer knapte goed op en leek klaar te zijn voor ontslag. Maar de volgende dag alarmeerde meneer dat hij opnieuw rectaal bloedverlies had.
In eerste instantie waren het een paar druppels, maar niet veel later liet hij me lichtelijk in paniek een verse plas bloed in het toilet zien. Na het controleren van de bloeddruk en het Hb-gehalte liet ik meneer weten een extra oogje in het zeil te houden en adviseerde ik om niet meer zelfstandig naar het toilet te mobiliseren.
Een uur later ging het mis. Terwijl ik meneer naar het toilet begeleidde, gaf hij aan zich niet lekker te voelen en kreeg hij opnieuw rectaal bloedverlies. Daar stond ik dan, in een flinke plas bloed, met een patiënt die in elkaar zakte en begon te gaspen. Ik sloeg direct alarm waarna mijn collega’s me te hulp schoten en meneer weer bij kwam. Ik snelde naar de scopie en aan het einde van mijn dienst leek de situatie gestabiliseerd te zijn.
Geen tijd voor frustratie
Twee dagen later leek het weer beter te gaan. Ik grapte nog dat meneer vandaag geen gekke fratsen uit moest halen, tot het wederom mis ging. Meneer was naar het toilet gegaan en had opnieuw rectaal bloedverlies. Ik dacht nog: ‘Dit keer zal hij me niet hebben!’ en handelde direct.
Ik belde de arts en legde haar de situatie voor, waarna ik de bloeddruk en het Hb-gehalte controleerde. Meneer gaf aan naar het toilet te willen. Ondanks dat de bloeddruk van meneer op dat moment stabiel was, besloot ik hem op de postoel naast het bed te helpen. Daar ging het opnieuw mis!
Meneer collabeerde en trok wit weg. Na een assistentiebel snelde mijn collega me te hulp waarna we meneer direct terug op bed hebben gelegd met het infuus vol open. Van binnen vloekte ik even, maar tijd voor frustratie was er niet. Het was tijd om te handelen!
Inmiddels was meneer weer bij bewustzijn en snelde ik opnieuw met spoed naar de scopie. Na terugkomst op de afdeling kreeg meneer een bloedtransfusie en stollingsmedicatie. Gelukkig stabiliseerde de situatie hierna snel. Inmiddels maakt hij het goed en is hij met ontslag gegaan.
Twijfelen aan mezelf
Achteraf ben ik best onder de indruk van de situatie. Dit was er zo een waar ik nog veel over heb nagedacht. Had ik de situatie goed ingeschat? Had ik de collaps kunnen voorkomen? Heb ik dit wel goed gesignaleerd? Ik realiseer me hoe lastig het soms kan zijn om snel op situaties te anticiperen wanneer je niet in je routine zit. Ik begon aan mezelf te twijfelen en vroeg me af of ik misschien een inschattingsfout had gemaakt. Een goed moment voor zelfreflectie. Ik heb ervoor gekozen om deze casus met mijn collega’s te bespreken. Ondanks de twijfels, heb ik voor mijn gevoel snel gehandeld en alles gedaan wat ik kon. Gelukkig bevestigden zij dit.
Wel werd ik voor het eerst geconfronteerd met mijn gebrek aan ervaring op deze locatie en even voelde ik me daardoor heel kwetsbaar. Een aantal maanden geleden was ik nog werkzaam op een vaste afdeling en zat ik volledig in mijn routine. Ik had mijn kennis altijd paraat. Als een speer vloog ik over de afdeling, was op de hoogte van protocollen, kende de opname-indicaties en behandelingen en twijfelde niet aan mijn handelen.
Maar sinds kort ben ik werkzaam in de flexpoule. Daardoor is het voor mij soms lastiger om snel te kunnen anticiperen. Ik heb soms het gevoel dat ik een stapje terug moet doen. Het loslaten van mijn jarenlange routine, een sprong in het diepe. Ondanks dat ik op zulke momenten even baal, heb ik geen moment spijt gehad van mijn overstap naar de flexpoule. Ik leer nog elke dag en het heeft mijn horizon verbreed.