Hartje winter en je staat verkouden op. Twee paracetamol en een neusspray doen wonderen en om 7 uur haal jij je eerste patiënt uit bed. Naarmate de ochtend vordert krijg je last van hoofdpijn, spierpijn, keelpijn, droge hoest, koorts en last van vermoeidheid en koude rillingen. Al snotterend bel je collega op die jou het volgende advies geeft: “Tijd om je eraan toe te geven, want grote kans dat je de griep te pakken hebt!”
“Wanneer ik goed voor anderen wil zorgen, moet ik eerst goed voor mezelf zorgen, dus kom maar op met de griepprik!”
Elk jaar krijgen in oktober en november zo’n zes miljoen mensen een uitnodiging voor de griepprik. Deze mensen vallen onder risicogroepen: mensen met long- en hartaandoeningen, mensen met diabetes of nieraandoeningen, (kwetsbare) 60-plussers, mensen met een verstandelijke handicap en andere medische reden waardoor je weerstand verlaagd is.
Deze oproep wordt gedaan omdat 1 op de 10 mensen de griep krijgt: in totaal 5 tot 10% van de volwassenen en 20 tot 30% van de kinderen. Aan de gevolgen van griep sterven jaarlijks ongeveer 2700 mensen. Deze cijfers geven duidelijk het gevaar van de griep aan, maar hoe gaan we hier in Nederland mee om? En vooral: hoe gaan we deze cijfers en de griep verminderen?
“Als artsen en wetenschappers al twijfelen aan de griepprik en aangeven dat het niet bewezen is dat het aantal zieken en overledenen daalt wanneer wij ons laten inenten. Waarom zou ik hem dan halen?”
Het afgelopen jaar was er veel in het nieuws te vinden over het verplichten van de griepprik onder zorgprofessionals. Dit vanwege de griepgolf van 2017/2018 waarin 900.000 mensen de griep kregen en bijna 10.000 mensen stierven aan de gevolgen hiervan. Op verschillende plekken in het land leidde dit tot een personeelstekort in de zorg. Staatssecretaris Blokhuis liet daarom uitzoeken of er een verplichte griepprik kan komen voor zorgmedewerkers.
“Mijn collega overtuigde mij dat wanneer ik de griepprik haal, de kans kleiner is dat ik het virus overdraag naar mijn cliënten.”
Waarom de verplichte griepprik? Wanneer er meer zorgverleners zijn gevaccineerd betekent dat des de meer bescherming voor alle patiënten. Daarbij is de kans klein dat een medewerker zelf de griep krijgt of andere besmet. Uit een poll van Nursing werd snel duidelijk dat verpleegkundigen hier weinig voor voelen. Onder 4000 stemmen was ruim 90% tegen.
“Ik krijg zelf de griep niet, dus waarom zou ik de vaccinatie nemen?”
De reacties onder mijn collega’s lopen uiteen. De ene collega is ervan overtuigd dat ze juist ziek wordt van de griepprik terwijl een andere collega simpelweg stelt: “Baat het niet, dan schaadt het niet”. Hangt onze mening over de griepprik af van de wetenschap of hebben we zelf oogkleppen op?
“De griepprik haal ik niet voor mezelf, maar voor de kwetsbare ouderen die ik verzorg. Zo maak ik hen niet ziek.”
We merken vaak genoeg om ons heen dat wanneer iemand de griep heeft gehad, je die toch nog een keer kan krijgen. Het is belangrijk om daarin reëel te blijven. De griepprik beschermt ons namelijk maar tegen een soort griep, terwijl dit virus zich snel aanpast. Ook moeten we het onderscheid blijven maken tussen een verkoudheid en de griep. Persoonlijk ben ik er wel op tegen om deze prik te verplichten: dat roept alleen maar weerstand op. We moeten de afweging dus zelf kunnen maken, waarin je bijvoorbeeld de werkdruk mee kan nemen.
Kortom laten we alles omarmen om te vooromen dat onze cliënten en patiënten nog zieker worden dan ze al zijn. Ook al weten we dat de griepprik ook niet perfect is. Want laten we eerlijk zijn: onze handen ontsmetten we ook om de cliënten en patiënten te beschermen, dus waarom de griepprik niet?!