Het is niet altijd duidelijk wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag. Soms zijn de signalen zo klein, zo subjectief, dat ik soms twijfel of het een lief gebaar is van de cliënt of dat er een andere bedoeling achter zit.
Je hebt het vast wel eens meegemaakt: het gevoel met de ogen uitgekleed te worden. Een opmerking die een cliënt maakt waar je nekharen van overeind gaan staan. Die aanraking die net even anders voelt dan een vriendelijk gebaar.
“Hier ben ik niet van gediend”
“Je ziet er leuk uit vandaag”, zegt meneer P. tegen me, als ik in zijn woning de medicatie nakijk. “Bedankt”, zeg ik zo neutraal mogelijk. Ik probeer me zoveel mogelijk op de laptop te concentreren en de medicijnen na te kijken. “Je bent wel een hele leuke vrouw, ik ben verliefd op jou”, zegt meneer P. terwijl hij voorover buigt en me indringend aankijkt. Ik voel me erg opgelaten en mijn nekharen gaan overeind staan.
“Ik vind het niet leuk dat u dit zegt!”, begin ik. “Ik wil ook dat u hier nu mee ophoudt, anders ga ik weg!” Maar meneer lijkt het niet te begrijpen. Hij reageert: “Nu hoef je niet zo onaardig te doen! Vorige week deed je nog zo lief tegen me.” Het is niet de eerste keer dat we dit gesprek voeren en daar herinner ik hem nogmaals aan. Nadat ik hem laat weten hier niet van gediend te zijn, sta ik op en loop ik de deur uit.
Zijn grensoverschrijdend gedrag is niet voor het eerst
Onderweg naar kantoor voel ik me gefrustreerd, vooral omdat het niet de eerste keer is dat dit gebeurt. Meneer P. heeft al regelmatig laten merken dat hij verliefd op me is. Hij heeft zelfs huwelijksaanzoeken gedaan! Toch zit mijn frustratie meer in de kleinere, subtiele dingen.
In de manier waarop ik word aangekeken, de joviale begroetingen en zijn glimlach zijn de dingen waarbij ik mijn maag voel omdraaien. Ik voel dat juist die subtiele uitingen mijn grens over gaan en dat zorgt voor frustratie. Want hoe begrens je een glimlach? Of de manier waarop er naar je gekeken wordt?
Psychische zorg maakt het lastiger
Dat meneer P. last heeft van stemmen die voortkomen uit zijn schizofrenie, maakt het misschien nog wat ingewikkelder. Meneer P. denkt dan ook vaak dat er vanuit zijn omgeving dingen gezegd worden, die zich eigenlijk in zijn hoofd afspelen. Het is voor hem moeilijk om onderscheid te maken tussen wat echt is en wat er in zijn hoofd gebeurt.
Ik weet inmiddels wanneer iemand bij mij echt te ver gaat. Ik merk het meteen aan mijn nekharen die overeind gaan staan. Als ik het liefste weg wil lopen, gaat iemand bij mij echt een grens over. En maakt het dan uit of iemand een psychische kwetsbaarheid heeft zoals schizofrenie? Ik denk het niet! Het maakt het wel lastiger. Want begrijpt iemand mijn begrenzing?
Dit soort dingen kom je als zorgverlener regelmatig tegen. Het is dan ook belangrijk dat je op je gevoel leert te vertrouwen en je onderbuikgevoel serieus neemt. Hoe subjectief dit onderwerp ook is, alleen jij voelt je eigen grenzen.