Ik kijk naar hem. Dat kleine gezichtje, dat kleine neusje. Ik vraag me af of hij nog ademt. Dan zie ik, heel voorzichtig, zijn neusje een beetje bewegen. Hij ademt nog.
Ouders zijn verdrietig. Net vader en moeder geworden van hun tweede kindje. Helaas zullen ze al snel afscheid van hem moeten nemen, hij zal niet lang meer leven.
Ik praat met zijn ouders en we hebben het erover dat ondanks dat ze al wisten dat het mogelijk zo zou lopen, het hartverscheurend is. Omdat je van te voren nooit weet hoe het zal voelen. Omdat je toch stiekem de hoop hebt en houdt ‘misschien valt het allemaal wel mee’.
Maar het viel niet mee. Ja, hij kwam levend ter wereld. Hij mag even onder hen zijn. Helaas niet voor lang. Daarom moeten ze hem nu lekker dicht bij zich houden. Lekker tegen mama of papa aan.
Straks gaan ze naar huis. Dan gaat hij nog even thuis zijn. Zijn kamertje zien. Zijn grote broer van 4. De grote broer die weet dat zijn kleine broertje er maar kort zal zijn. Spannend, dat is het wel. Maar er zijn heel veel mensen om hen heen om ze te helpen. Opa, oma, verloskundige, kraamverzorgster, de huisarts en de kinderverpleegkundige van de thuiszorg. Allemaal zullen ze er voor hun zijn. En dat sterkt, geeft moed en vertrouwen. Ook al weten ze dat het zal eindigen, ze doen het niet helemaal alleen. Ze doen het samen met al deze mensen om hun heen.
Hoewel de tranen over hun wangen lopen en er af en toe een luide snik tevoorschijn komt van een verdriet wat niet te beschrijven valt, zijn ze sterk en realistisch. Ze weten precies hoe ze het allemaal willen. Ze willen vooral even samen als gezin zijn. Al is het maar kort. Deze kleine man hoort erbij. Voor nu en altijd.
Ik wens ze sterkte en kijk ze na terwijl ze de deur uitlopen. Op weg naar huis.
Goede reis kleine man.