Binnen de wijkzorg krijg je helaas ook regelmatig te maken met de dood. Dat kan heel verdrietig zijn, maar ook juist heel vredig. Op het sterfbed merken we dat er soms nog veel gedeeld wordt. In een enkel geval komt er zelfs nog een groot geheim naar boven.
Echtpaar Jansen is al 55 jaar gelukkig met elkaar. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar. Toch merken zij ook wel: oud worden is een gunst, maar oud zijn is een kunst. Ze hebben inmiddels last van wat mankementen. Zo voelt mevrouw zich ontzettend afhankelijk van haar man, omdat haar lichaam haar in de steek laat. Ze vraagt zich vaak af wat ze zonder hem zou moeten. Gelukkig praat het echtpaar goed met elkaar, waardoor haar man het zelfs lijkt te begrijpen als ze moppert. Nu is hij heengegaan, maar had zij hem wel begrepen?
Voor het te laat is
Het is een mooie maandagmorgen in september. Het zonnetje schijnt en mijn collega Truus start haar dienst op binnen de wijkverpleging. Vandaag staat het echtpaar Jansen weer op de route, iets waar ze altijd naar uitkijkt. Mevrouw start de dag graag op door samen met haar man goed te ontbijten. Wanneer de Truus de deur open doet, roept ze vrolijk goedemorgen.
Normaal krijgt ze dat altijd terug, maar dit keer blijft het stil. Wanneer ze de woonkamerdeur open doet, ziet ze dat mevrouw Jansen op een stoel zit te huilen. Truus neemt even de tijd en strijkt dan naast haar neer. Ze hoort de vrouw vertellen dat haar man nog steeds op bed ligt, hij voelt zich niet lekker. Dit is ze niet gewend, want meestal is zij juist degene die hulpbehoevend is.
Dan vertelt ze dat meneer de hele nacht onrustig is geweest en zelfs bloed op moest hoesten. Wanneer mijn collega vraagt waarom ze niet gealarmeerd heeft, vertelt mevrouw iets bijzonders. Haar man heeft aangegeven dat ze moesten praten, voordat het te laat zou zijn. Omdat mevrouw erg overstuur is, neemt Truus eerst de tijd om haar te troosten. Daarna steekt ze haar hoofd om de slaapkamerdeur.
Opgebiecht
“Kom eens naast me zitten”, zegt meneer wanneer hij haar ziet. Hij vraagt haar: “Heb jij weleens je hele leven een geheim met je meegedragen?” Ze knikt nee, waarop hij zijn geheim opbiecht. “Ik heb mij nooit man gevoeld.” Truus kijkt op, maar laat de cliënt verder vertellen. “Heb jij het nooit raar gevonden dat ik zonder enig gemopper graag het huishouden deed?” vraagt zij zich hardop af. En vertelt ook dat ze gek was op dansen en het schrijven van gedichten.
“Nee, ik ben wel gelukkig getrouwd, maar ik voel mij geen man”, concludeert ze. Terwijl de cliënt haar verhaal deelt met Truus, staat mevrouw snikkend achter de deur. Opeens vraagt zij: “Heb je wel van mij gehouden dan?” Zonder te twijfelen, reageert haar partner: “Met heel mijn hart.” Mijn collega weet niet wat haar overkomt. Zij had het stel altijd gezien als een traditioneel echtpaar met een perfect huwelijk.
De volgende dag komt Truus weer bij het echtpaar. De cliënt ligt onderuit gezakt en mijn collega belt mij om even te helpen met een tilletje. Ik ben net terug van zwangerschapsverlof en wanneer ik het huis binnenkom, vraagt mevrouw meteen hoe het met de baby gaat. Ik begin vrolijk te vertellen, terwijl haar partner me een prachtige glimlach schenkt. Dan begint mevrouw ineens te huilen. Wanneer ze vertelt dat ze zo blij is dat haar partner haar geheim gedeeld heeft en dat ze samen zo gelukkig zijn geweest, blaast de partner de laatste adem uit. Door haar grootste geheim te vertellen, had ze rust gevonden. Geboren als een man, maar heengegaan als een vrouw.