De tweede week van mijn nieuwe stage is begonnen. De eerste twee weken loop ik mee met verschillende collega’s. Zo kunnen de cliënten mij leren kennen, en ik hen. Ook kan ik meteen observeren hoe mijn collega’s de cliënten benaderen.
We zijn net bij een dementerende alleenstaande vrouw binnen gekomen, mijn collega checkt de medicatie, terwijl ik een praatje maak met mevrouw. Dan gaat de bereikbare dienst telefoon opeens af. Mijn collega neemt op, ik heb niet in de gaten wat er besproken wordt. Ik merk daarna dat het zorgmoment sneller wordt afgerond. Eenmaal in de auto brengt mijn collega me op de hoogte: de echtgenoot van een man bij ons in zorg belde op; haar man is gevallen en ze krijgt hem niet overeind. We gaan er snel naar toe.
Gestruikeld
Eenmaal aangekomen bij het echtpaar zie ik meneer heel ongelukkig op de grond liggen, in de deurpost tussen keuken en woonkamer, deels op de vloerbedekking en deels op de koude keukentegels. Hij ligt op zijn rechterzijde met een kussen onder zijn hoofd en een fleecedeken over hem heen gewikkeld. Mevrouw zit aan de keukentafel en vertelt ons wat er gebeurd is. Wat blijkt, meneer is gestruikeld.
Meneer heeft daarnaast uitgezaaide prostaatkanker en daarnaast ook cognitieve problemen, hij vergeet veel recente gesprekken en gebeurtenissen. Ik ga naast hem zitten en spreek hem aan, hij reageert adequaat, niet anders dan anders. Hij geeft direct aan pijn te hebben aan zijn rechterschouder en linker heup. Ik maak me zorgen, het is dat ‘niet pluis’ gevoel. Ik vraag of meneer zijn voet op kan tillen of op zijn rug kan gaan liggen, zodat ik kan zien of er een lengteverschil in de benen zichtbaar is, want ik heb het vermoeden van een collumfractuur. Dit is zo pijnlijk, dat hij dit niet kan. Mijn collega heeft de huisarts al gebeld, maar deze kan niet direct komen. We overleggen even, het lijkt ons het beste toch 112 te bellen om voor een ambulance te vragen. Meneer heeft zoveel pijn, dat de huisarts niet veel zou kunnen betekenen. Er zal verder onderzoek gedaan moeten worden in het ziekenhuis.
Zwaaien
Niet veel later (10 min) is de keuken vol met hulpverleners, familie en kennissen. Mevrouw schiet vol, de afgelopen maanden waren erg zwaar voor haar als mantelzorger, maar om haar man zo machteloos te zien liggen valt haar zwaar. Haar dochter is er ook, en ze steunen elkaar. Deze man had de wens om thuis te komen te overlijden, maar gezien de situatie, verwacht ik niet dat hij nog thuis komt. Het raakt me.
Enkele minuten later ligt Meneer op de brancard van de ambulance. Wanneer hij het huis uit wordt gereden, zwaait hij nog even.