“Ik moet er niet aan denken dat ik mijn werk niet langer zou kunnen doen”, beweert Anthea met overtuiging. Als zelfstandige is zij gespecialiseerd in palliatieve zorg aan huis, vanuit haar werk als HBO-verpleegkundige.
Anthea: “Wat ik eruit leer, is dat het de moeite waard is om van elke situatie het beste te maken. Ook al loopt het met iemand af, ik geef nooit op. Mijn voldoening bestaat uit een terminale patiënt tot aan het einde kwaliteit van leven te bieden. Want sterven hoort er gewoon bij. Als er voor iemand geen toekomst is, geeft dat een andere kijk op het heden. Het ‘nu’ is dan het enige dat telt. Naast lichamelijke zorg en pijnbestrijding, kijk ik ook naar hoe comfortabel de patiënt erbij ligt, wat het uitzicht is, staan er bloemen of is de geur juist storend? En als de patiënt nog eet, waar heeft hij of zij dan zin in? Een krentenbol? Een stukje haring? Het maakt alle ervaringen intenser.”
Teveel leven in de brouwerij
“Ik werk dagdelen maar ook eetmalen en ben dan betrokken bij contacten tussen partners, buren, vrienden en kinderen. Patiënten met weinig contacten zijn uiteraard veel alleen. Ik geef dan wat extra aandacht of zet zacht de radio aan. Het komt ook voor dat een stervende te veel bezoek krijgt. Dan zitten er 8 man rond het bed Chinees te eten terwijl de kleinkinderen achter de hond aan hollen en de telefoon steeds gaat. Het is mijn taak hierin te sturen als ik denk dat ‘t de patiënt te veel wordt.”
Aandacht voor de partner
“Mijn aanwezigheid werkt vaak geruststellend voor huisgenoten. Wat me opvalt: de partner vindt dat alle aandacht moet gaan naar degene wiens leven afloopt terwijl er al een heel proces aan vooraf is gegaan. De partner leeft vaak alleen nog maar met de zorg voor die ander. Heeft de kaart- of boekenclub allang opgezegd. Veel mensen zijn erg plichtsgetrouw, die moet ik bijna dwingen een paar uur te gaan slapen om op krachten te komen. Ik spreek dan af te waarschuwen als de situatie verandert. Bij palliatieve zorg hoort ook het opvangen van nabestaanden nadat de patiënt is overleden. Met verdriet gaat iedereen anders om. Van verslagen stilte, tot hartverscheurend huilen tot wegsluipen of alleen in een auto gaan zitten terwijl het bijna vriest.”
Een beter mens
“Het gekke is dat ik in mijn privéleven nou niet bepaald bekend stond als iemand die blaakte van het zelfvertrouwen. Ik trad niet op de voorgrond, gaf nooit ongevraagd mijn mening. Maar in dit werk ben ik de zekerheid en kalmte zelf. Een rots in de branding, hoor ik vaak. Ik weet wat ik doe, kan goed keuzes maken en leef hierdoor intenser in het nu. Ik help een ander maar ook mezelf. Ondanks het verdriet van betrokkenen, houd ik er plezier in omdat ik weet dat ik veel voor een ander kan betekenen. Dat voelt goed. Ik straal zelfvertrouwen uit, hoor ik van vriendinnen. Het klinkt misschien gek, maar ik denk dat dit werk me een beter mens heeft gemaakt.”