Je hebt er vast wel eens over gehoord: de zorgdriehoek. Een driehoek waarbij drie partners zijn betrokken: de cliënt, naasten zoals familie of mantelzorger en de hulpverlener; wij dus. Hun gekoppelde doel is, je raadt het, goede zorg! Naar aanleiding van de vele veranderingen in de zorg is deze drieluik steeds belangrijker geworden. De cliënt wordt mondiger en de familie weet meer door het gebruik van het internet. Doordat de familie meer betrokken is en meer weet, is het van belang om hen bij het zorgproces te betrekken. Maar wat is de juiste aanpak en hoe kan iedereen bijdragen aan goede zorg? Want jij en ik verschillen en denken anders over goede zorg.
Wij, de hulpverleners, zijn geen vast hoekje in die driehoek. Wij zijn de voorbijganger in iemands leven die ondersteunt op momenten dat het nodig is. We bieden zorg en geven adviezen, maar we komen en gaan. Het begint al met de juffen en meesters op school die de kinderen voor de klas iets proberen bij te brengen. En daarnaast de ouders ondersteunen in keuzes die gemaakt moeten worden. Maar ook de verloskundige, dokters en wij als hulpverlener is de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en de jeugdzorg.
Spagaat
Wat ons werk soms lastig maakt, is dat je met twee partijen te maken hebt. De cliënt en diens naasten. Soms voelt het als een spagaat als de juiste keuzes gemaakt moeten worden. Dit zijn vaak dilemma’s waar het hele team, alle familieleden en de cliënt het moeilijk mee hebben. Gelukkig gaat het vaak goed en makkelijk. Want sta je met je cliënt en diens naasten op één lijn, dan kom je tot goede zorg. Vertrouwen en heldere communicatie zijn hierbij erg belangrijk. Daarom is het goed om de familie te betrekken bij moeilijke keuzes die gemaakt moeten worden. Maar ook om de cliënt de ruimte te geven om hier zelf een mening over te vormen.
Kijken en luisteren is de sleutel tot kwaliteit
Wat ik merk, is dat wij soms een overstijgende rol aannemen en niet meer goed naar de cliënt kijken en luisteren. Of dat we de naasten – in de ouderenzorg vaak de kinderen – er niet genoeg bij betrekken. Dit gebeurt al gauw als er alleen naar het klinische beeld wordt gekeken. Om die reden vind ik het belangrijk om ook te vragen hoe het met de familie gaat. Deze staat dan ook in mijn ‘top 10 tips’ om met meer plezier te werken. ‘Zorg dat de mantelzorger en familie zich welkom voelen en vragen mogen stellen. Geef ze ook antwoord op de vragen die ze niet stellen. Toon interesse in hun leven. Want soms hebben zij dat ook nodig.’ Wij zijn dan misschien een voorbijganger in hun leven, we vormen wel een onmisbare schakel in de verbetering en het behoud van de kwaliteit van leven van de cliënt.