Afgelopen woensdag was het dan weer zo ver: de meest spannende dag van het jaar omtrent mijn opleiding, namelijk de performance assessment toets! De toets die bestaat uit een deel waarin je je gespreksvaardigheden laat toetsen en je verpleegtechnische vaardigheden bij een simulatiepatiënt, gevolgd door een debriefing met 2 assessoren. Ik vertel jullie graag hoe het is gegaan.
Dinsdagavond, de avond voor de toets, ben ik voor ongeveer de 30e keer naar school gegaan om nog eens alle handelingen te oefenen: blaaskatheteriseren, neus-maag sonde inbrengen en verwijderen en alles omtrent intraveneuze medicatie. Je gelooft het bijna niet, maar het is echt waar, allés ging fout. Ik heb geen 1 handeling goed uitgevoerd. Dit maakte me zooo zenuwachtig. Ik kwam thuis, ik heb een halfuur onder de douche gestaan om alle stress even weg te spoelen, zo het putje in. Mama had ik aan de telefoon en die zei “een slechte generale is een goede voorstelling”. Nou daar moest ik dan maar van uitgaan.
Ik wist dat ik het kon want ik had zoooo vaak geoefend. Als het dan niet goed ging moest het of aan mijn zenuwen liggen, of aan de assessoren of aan de ‘patiënt’. (Heerlijk wel om deze externe locus of control te hebben, maarja. Ik had nou eenmaal écht goed geleerd).
Die woensdagochtend heb ik alles nog eens doorgenomen. Ik was er klaar voor, maar wel intens zenuwachtig. Ik fietste naar school en ik dacht alleen maar: ‘nog even Kel, straks heb je lekker vakantie’. Precies op tijd werd ik met een groepje van drie andere studenten opgehaald. Het zit namelijk zo: er zijn 4 casussen die je van tevoren kan voorbereiden, en bij iedere casus staan 2 handelingen. Een kwartier voor je toets krijg je te horen welke casus je krijgt en welke handeling je moet gaan uitvoeren. In dat kwartier kun je samen met het groepje, die ook hun PA moeten doen, wat dingen voorbereiden. Een ‘spiekbriefje’ schrijven.
Ik hoorde: Kelly casus 2, handeling 1. Ik had een ‘patiënt’ met een alcohol intoxicatie waarbij ik medicatie moest geven via het intraveneuze infuus en ik moest bloeddruk meten. Oke, chill dacht ik. Ik had deze casus thuis al goed voorbereid. In dat kwartier heb ik alles opgeschreven. Welke spullen ik nodig had, wat alcohol met je lichaam doet, welke diagnoses ik had bedacht, wat de interventies daarbij waren, screeningsinstrumenten en ga zo maar door. Na een kwartier was ik klaar en werden we 1 voor 1 opgehaald door onze assessoren.
SPANNEND. Ik liep met mijn assessor naar een ander lokaal en ze vroeg aan me: ‘ben je zenuwachtig’. ‘JA’ zei ik. Dat hoorde ze heel de dag, haha.
Toen de toets moment eenmaal begon kwam ik vrij snel in het gesprek. De simulatiepatiënt was een aardige patiënt en ik voelde me goed op mijn gemak. Het was wel een lastig gesprek en door de korte tijd kon ik niet al mijn gespreksvaardigheden laten toetsen.
Na 25 minuten was het gesprek en de handeling klaar. Nu gingen we door met de debriefing, dat wat je thuis al goed kon voorbereiden. En dat ging echt heel goed!
Na het toets moment liep ik het lokaal uit. Pffff, alle zenuwen waren verdwenen. Ik had er een redelijk goed gevoel over. Toen ik mijn spullen pakte zag ik een mail. WHAAAAH, een 8,4! ZOO blij was ik! De meest spannende dag van het jaar zat erop. Ik heb het erg goed gevierd die woensdagvond en nu heb ik heerlijk 2 maanden vakantie!
Zijn deze toets momenten herkenbaar voor jullie? En zijn jullie dan ook altijd zo zenuwachtig en dat je dan achteraf denkt, ‘was dat nou zo nodig’?