Wanneer iemand niet langer thuis kan wonen, is er niet altijd direct plek in een geschikte zorginstelling. Tijdens deze wachttijd kunnen cliënten op diverse locaties overbruggen, bijvoorbeeld in verpleeghuis De Twee Bruggen van ouderenzorginstelling Aafje. Teammanager Cathinka Hazebroek vertelt over deze bijzondere zorglocatie.
Cathinka Hazebroek is al 34 jaar werkzaam binnen de zorg, maar gaat nog iedere dag met veel plezier naar haar werk om van elke cliënt weer een succesverhaal te maken. Dat doet ze bij verpleeghuis De Twee Bruggen in Rotterdam-Lombardijen. Daar wordt, naast de revalidatiezorg, ook overbruggingszorg aangeboden.
Mensen wonen langer thuis
Op de revalidatieafdeling in De Twee Bruggen zijn twee verschillende soorten vormen van overbruggingszorg. Aan de ene kant komen er cliënten binnen met een ZZP6-indicatie die niet meer terug kunnen keren naar huis en die wachten op een plekje in De Twee Bruggen of een plekje elders. Aan de andere kant komen er cliënten binnen vanuit hun thuissituatie, omdat het thuis niet meer gaat en om te kijken of er eventueel nog revalidatiemogelijkheden zijn.
De afgelopen jaren zien de werknemers bij De Twee Bruggen de overbruggingszorg toenemen. “Je ziet dat mensen kwetsbaarder binnenkomen, doordat ze langer thuis wonen”, legt Cathinka uit. “Ik denk ook dat er in de toekomst meer mensen overbruggingszorg nodig zullen hebben. Wij zien namelijk dat cliënten die gerevalideerd zijn soms geen andere indicatie kunnen krijgen, terwijl ze wel kwetsbaar zijn. Zij gaan naar huis, maar worden later weer aangemeld. Soms gebeurt dit hetzelfde jaar nog, omdat het thuis niet langer gaat of zelfs achteruitgaat.”
Levenskwaliteit als ultieme doel
Wanneer een cliënt binnenkomt om te overbruggen, is het vaak nog niet zeker wat voor zorg diegene nodig heeft. Cathinka vertelt: “Om erachter te komen hoe we de cliënt het beste kunnen helpen, worden er meerdere multidisciplinaire gesprekken gevoerd. De cliënt wordt geobserveerd, de fysio gaat langs en wij van de verpleging hebben natuurlijk ook een eigen observatie. Als het nodig is stellen we daarnaast zo snel mogelijk ontslagbepalende doelen op, om te kijken of er een mogelijkheid is dat de cliënt terug naar huis kan.”
Het uiteindelijke doel is voor Cathinka heel duidelijk. “We willen de levenskwaliteit zo hoog mogelijk en zo goed mogelijk laten zijn. We bekijken waar een cliënt de jaren die hij of zij nog heeft, zo goed mogelijk door kan brengen. Samen kijken we wat voor plek het best bij iemand past, want de cliënt heeft ook nog gewoon de regie.”
Open-minded, flexibel en uitdagend
Het werken binnen de overbruggingszorg brengt vele uitdagingen met zich mee. “Bij een revalidatie hebben wij vaste doelen waar we naartoe werken: iemand gaat terug naar huis. Met een overbrugger weten we het doel vaak niet en lopen we regelmatig nog tegen andere zaken aan waar wij eerst niet van op de hoogte waren.” Als voorbeeld noemt Cathinka dat het soms eigenlijk al heel lang slecht ging bij de cliënt thuis. “We horen af en toe pas later dat ze regelmatig vielen of niet meer buiten kwamen, terwijl het bij ons op de woning heel goed leek te gaan. Wij zien het vooral als een uitdaging, want er wordt veel van het team gevraagd.”
Volgens haar is het dan ook belangrijk om heel open-minded te werk te gaan bij een cliënt. “Je begint eigenlijk bij nul en we hebben vaak te maken met algehele malaises. Wij zien daarnaast veel overbelaste mantelzorgers, dus wij willen hen er ook bij betrekken. We gaan daarna samen met de cliënt en diens familie kijken wat we het beste kunnen doen in hun situatie: wat kan de cliënt nog zelf, wat wil hij of zij, zijn er mogelijkheden om naar huis te gaan, is er thuiszorg nodig en ga zo maar door. Dit maakt het soms lastig, maar ook uitdagend. We doen het in ieder geval met veel plezier en passie! Elke dag weer.”
Successen in de overbruggingszorg
Ondanks de grote uitdagingen binnen deze tak, geeft het werk nog veel voldoening aan Cathinka. De succesverhalen zijn een enorme motivatie. “Vorige zomer kwam er een mevrouw van 102 binnen en zij is weer heel goed de deur uit gegaan en bij haar dochter gaan wonen”, vertelt ze. “Dat zien wij niet zoveel, maar dat soort verhalen zijn echt de kers op de taart voor ons.”
En zo zijn er nog veel meer positieve momenten binnen de overbruggingszorg. “Ik hoorde vandaag nog twee mannen enthousiast reageren toen een medewerker binnenkwam, ze zeiden: ‘Wat fijn om jou weer te zien, je bent altijd het zonnetje in huis’. Wij krijgen daar zoveel energie van, daar doen we het voor. Het is hard werken, maar dit is nog steeds het mooiste werk dat er is.”