Apotheker Camiel Jonk schrijft in zijn columns over situaties rondom medicijngebruik waar hij zich over verwondert
Ik had mijn middelbare schooldiploma gehaald en eindelijk mocht ik gaan doen wat ik altijd al wilde: farmacie studeren en apotheker worden. Al tijdens de eerste lessen ging het over het ‘wondermiddel’ morfine.
Als jonge student kregen wij colleges in het splinternieuwe Gorlaeus-laboratorium. Dat is een gebouwencomplex in Leiden met een nog steeds futuristisch aanzicht. Ik weet nog wel dat ik er trots op was dat ik daar studeerde.
Tijdens de eerste colleges kregen wij al wat kleine lessen medicijnkennis. Dat werd aan de hand van morfine gedaan. Eerst werd verteld op welke wijze opium geoogst kan worden uit de klaproos en hoe men vervolgens op simpele manier de morfine uit de gewonnen opium spoelt.
In alle opzichten werden de fantastische eigenschappen van morfine bezongen, waarbij de hoogleraar zich zelfs haast poëtisch uitdrukte zoals: “Met morfine kun je elke pijn, maakt niet uit hoe heftig en waar dan ook in het lichaam gezeteld, effectief, volledig en op weldadige wijze bestrijden.”
Vervolgens werd uitgelegd dat morfine over lange tijd kan worden gebruikt zonder dat het lichaam daarvan nadelen en of orgaanschade ondervindt. Het is dan ook helemaal niet verwonderlijk dat morfine vernoemd is naar de God Morpheus. Als we het dus hebben over een geweldig medicijn dan zijn we hier toch zeker aan het juiste adres.
In mijn naïviteit dacht ik, als wij dit op het gebied van farmacie allemaal al enige duizenden jaren geleden voor elkaar kregen, hoe mooi en fantastisch zijn de nieuwe geneesmiddelen dan wel niet? Ja, en dan was er nog iets, morfine en alle opiaten die hetzelfde werken zoals heroïne, fentanyl, methadon, oxycodon en vele anderen; allemaal zijn zij verslavend. Vanwege die verslavende werking moet het achter slot en grendel worden bewaard, moeten er speciale recepten door de dokter worden uitgeschreven.. Moet, moet, moet.
Toen ik studeerde was er in iedere straat in het centrum van Amsterdam een opiumverslaafde die in de goot lag. Dat waren mensen die door ‘recreatief’ opiaatgebruik in totale ontreddering leefden zonder enige toekomst. Een verslaving aan opiaten wordt heel snel opgebouwd en is bijzonder moeilijk te bestrijden. Door de eeuwen heen heeft morfine tot de dag van vandaag wereldwijd heel veel slachtoffers geëist. Dat is de trieste andere kant van de opiaten.
Je zou zeggen: wat moet je dan nog met een dergelijk medicijn? Het antwoord is heel erg simpel, in onze moderne tijd hebben wij nog steeds niets beters om pijn te bestrijden. Morfine is tijdens gebruik de meest fabelachtige pijnstiller. De bijwerking komt na het gebruik. Je kunt niet meer of soms nooit meer zonder.
Wie denkt dat het ‘nooit meer zonder kunnen’ wat overdreven is? Kijk maar in de media. Ook artiesten als Prince en Michael Jackson zijn opiaatslachtoffers. In Amerika, waar de drempel om opiaten voor te schrijven wat lager ligt dan in Europa, sterven jaarlijks meer personen aan opiaten op recept dan dat er sterven als gevolg van gebruik van alle andere medicijnen die op de markt zijn.
Morfine is fantastisch en goed bruikbaar bij stervensbegeleiding en kortdurend trauma zoals operaties, maar onbruikbaar bij chronische pijn. Helaas is het voor veel patiënten en artsen onacceptabel als er restpijn is bij behandeling, ondanks gebruik van niet-opiaat pijnstillers. Bij chronische pijn zijn opiaten niet de oplossing. Het is mijn stellige overtuiging dat men bij chronische pijn ervoor moet kiezen de opiaten gewoon in de kluis van de apotheek te laten.