De grens tussen wel of niet behandelen
Bij de opname van een patiënt bespreek je altijd zijn of haar medische wensen. Zo zou je in geval van nood weten hoe ver je mag gaan. Toch is daarin ook een grijs gebied. Ik vind het niet altijd makkelijk om zulke knopen door te hakken.
Je kent ze vast. Een nieuwe aanmelding, omschreven als laag complex. Bijvoorbeeld een opname die alleen komt voor een antibioticakuur via infuus bij een longontsteking, die thuis niet voldoende opknapt. Een eerstelijnsverblijf met als opnamereden aansterken, na meerdere valpartijen thuis. Nieuwe zorgvragers die je nog niet kent.
De medische wensen vastleggen
Tijdens het opnamegesprek sta je stil bij de wensen van de zorgvrager met betrekking tot het medisch beleid. Niet reanimeren, wel of niet insturen, wel of geen IC-opname, etc. Vragen die de arts stelt aan de zorgvrager en/of diens familie. Niet omdat verwacht wordt dat het nodig is gezien de aanmelding, maar omdat men het vastgelegd wil hebben. Mocht het nodig zijn weet je wat je moet doen. Of toch niet?
Recentelijk kwam ik in aanraking met een zorgvrager die indruk op mij achter heeft gelaten. Niet zozeer de persoon zelf, maar de gezondheidssituatie en de behandelkeuze lieten me met vragen achter. Het gaat om een vrouw die opgenomen was met een longontsteking. De zorg bestond uit ondersteuning bij ADL en infuuszorg. Mevrouw kreeg een antibiotica via het infuus voor de longontsteking.
Een onverwachtse ontwikkeling
In de loop van mijn dienst kwam ik bij haar op de kamer, ze oogde benauwd. Het eerste wat me daarbij opviel is dat ze raar voorovergebogen met haar hoofd in een kussen lag. Meteen legde ik haar recht. ‘Zo zou ik ook benauwd worden’, dacht ik. Ik besloot alle controles te meten zodra ze een aantal minuten goed rechtop had gezeten, om valse waardes te voorkomen.
De resultaten waren afwijkend. Een lage tensie, saturatie en koorts. Haar urineproductie was ook erg minimaal. Ik besloot om meteen de arts te bellen voor overleg. Een extra vochttoediening werd afgesproken, met herhaling van de controles. Haar waarden werden niet beter, we gaan over op een verandering van de antibiotica. De vrouw krijgt de diagnose sepsis.
Waar ligt de grens
Er volgden gesprekken met de familie en uiteindelijk werd er besloten om mevrouw op de afdeling te houden en te behandelen binnen de mogelijkheden. Hierop heb ik er samen met de arts ook nog over gesproken. Graag wilde ik begrijpen waarom de arts nog stuurde op verdere behandeling en een eventuele opname op de IC? Wat was de prognose van de patiënt? Het enige wat de arts zei was dat de vrouw voor haar opname nog zelfstandig was, ze fietste nog. Dan wil je voor alles gaan, zelfs als de prognose niet gunstig is.
Een lastige keuze, ik vind het vaak een strijd. Als hulpverlener doe ik alles wat in mijn macht ligt om een patiënt te helpen, ook al blijven situaties als deze voor mij erg moeilijk. Tot waar ga je en wanneer is het genoeg? Dit verschilt zo per situatie. Om hier een goed antwoord op te krijgen, praat ik erover met collega’s van verschillende disciplines. Daarbij bespreken we de prognose, wat dit voor de patiënt betekent en of dit aansluit bij zijn of haar levensdoeleinden. Ik praat met de familie om te leren hoe de patiënt in het leven heeft gestaan en probeer een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de wensen. Zo kan ik opkomen voor zijn of haar wensen en zelf begrijpen waarom een keuze is gemaakt.