De corona-eenzaamheid bij ouderen deed ons zorghart pijn
Hoe hard het ook nodig was, de intelligente lockdown had een enorme impact op ouderen in verpleeghuizen. Van de ene op de andere dag mochten zij geen bezoek meer ontvangen, werd de bewegingsruimte kleiner en sloeg de eenzaamheid toe.
Corona, wat heb je met ons gedaan? Waar kom je vandaan en kunnen we ooit weer onbezorgd terug naar normaal? Deze vragen spelen al het hele jaar door mijn hoofd. Net zoals iedereen had ik in maart geen idee wat er op ons af kwam. Ik had nooit kunnen bedenken dat dit jaar er zo uit zou gaan zien en ik hoop het ook zeker nooit meer mee te maken.
Angst en onzekerheid
De eerste weken leek het nog een ver-van-mijn-bed-show, maar voor we het wisten konden we er ook op de psychogeriatrische afdeling niet meer onderuit. We worden ook hier hard getroffen. De angst en onzekerheid slaan toe. De beschermingsmiddelen zijn goed om te hebben, maar maken de onrust tegelijkertijd eigenlijk ook alleen maar erger.
Je wil jezelf, je gezin en cliënten beschermen. Maar je wil ook gewoon je werk kunnen doen en de cliënten zoveel mogelijk ‘normaal’ kunnen helpen. Ineens staan we met een jas, schort, mondkapje, bril en handschoenen op de werkvloer. We hebben zere oren en door het ademen beslaat je bril om de haverklap. Het zijn allemaal dingen die we nog nooit meegemaakt hebben.
Creatieve alternatieven bedenken
De bewoners die positief testen, worden in quarantaine geplaatst. Dat klinkt logisch, maar hier op de afdeling is dat nog niet zo simpel. Want hoe leg je aan iemand met dementie uit dat ze niet van hun kamer mogen. Dat ze geen bezoek mogen ontvangen en alleen moeten eten. Vooral de eenzaamheid hakt er enorm in.
Het bezoek wordt vreselijk gemist. Vooral de bewoners die dagelijks bezoek kregen, gaan razendsnel achteruit. Met ons zorghart is het verschrikkelijk om dit aan te moeten zien. We doen daarom keihard ons best om er voor deze mensen het beste van te maken.
Er worden optredens georganiseerd in de tuin, familie én onbekende mensen sturen cadeautjes en we regelen ook bezoekmomenten achter het raam. Het is hartverwarmend om te zien hoe iedereen zich inzet. Ik heb nog nooit zoveel videogesprekken gevoerd als nu. Lachend hoor ik hoe de ene na de andere bewoner schrikt als ze zichzelf in beeld zien: “Oh, wat een lelijke foto!” roepen ze.
Machteloos
De schrijnende eenzaamheid hakte er bij mij nog harder in als een bewoner in de laatste fase van zijn leven zat. Een overlijden is altijd een intense ervaring, maar dit vond ik nog veel lastiger. Op deze afdeling met acht bewoners ben je altijd erg betrokken bij de mensen en hun familie. Als je dan ziet dat er zelfs in de laatste fase geen bezoek kon zijn, doet de machteloosheid pas echt even pijn.
Twee dagen voordat het nieuwe bezoekbeleid in zou gaan, werden wij geconfronteerd met zo’n wrange situatie. Volgens het protocol mocht familie pas langskomen als een bewoner in de laatste fase zat. Maar wie bepaalt dat? Zo vonden wij dat dit bij een vrouw het geval was, maar de arts wilde nog niet instemmen. De onmacht is groot en de frustratie zit hoog, bij alle partijen, maar regels zijn regels. Toch zijn die regels dan wel echt keihard.
Uiteindelijk heeft deze vrouw nog bezoek ontvangen. Een paar dagen later overleed ze. Gelukkig is het contact met de families goed en hun dankbaarheid sleept ons echt door deze nare tijd heen. Waardering voor het werk dat je doet is, zeker in deze tijd, een fijn steuntje in de rug.