Stageperiodes zijn altijd spannend. Je komt in een onbekende omgeving terecht, doet allemaal nieuwe indrukken op en hebt ineens veel meer verantwoordelijkheden. Als dan op het laatste moment blijkt dat je stage gaat lopen op een corona-afdeling, is het helemaal even nagelbijten.
Vlak voor het begin van zijn stage, wisselde verpleegkunde student Martijn d’Hooghe nog van afdeling. Het plan was om mee te lopen op een verpleeghuisafdeling, maar door de pandemie liep dat anders. Hij kreeg de keuze om bij te springen op een corona-afdeling en besloot daarvoor te gaan. Op deze afdeling kwamen patiënten vanuit het ziekenhuis te liggen die geen behandelbeleid meer hadden.
“Niemand wist hoe heftig het zou worden”
“Voor mij was het de enige logische keuze, omdat je je als zorgverlener geroepen voelt om bij te springen. Het heeft zeker wat flexibiliteit gekost maar dat hoort ook bij het vak”, vertelt Martijn. De stage sloot bovendien beter aan bij zijn minor acute zorg, waardoor hij zijn theoriekennis in de praktijk toe kon gaan passen. “Al kon ik me vooraf niet echt voorbereiden, omdat niemand wist hoe heftig de situatie zou worden. Het was echt een sprong in het diepe.”
Stage lopen op een corona-afdeling is niet zomaar iets. De tijd om rustig ingewerkt te worden is er niet, net als duidelijke begeleiding. Het is een hectische stageplek waar niemand weet hoe de periode precies zal verlopen. Omdat het een nieuw virus is, weten ook de ervaren zorgverleners niet alles.
Student Martijn koos zelf voor deze chaotische plek, het was geen verplichting. Hij vertelt: “Deze stage was zeker een uitdaging maar daardoor heb ik ook veel kunnen leren. Juist doordat er hier veel tegelijk gebeurde en alles plots kon veranderen, ben ik gegroeid als zorgverlener. Ik heb leren handelen in acute situaties en moest vaker intuïtief te werk gaan. Er was niet altijd tijd voor besprekingen, waardoor ik vaker ‘on the spot’ moest handelen.”
“De dood was altijd aanwezig”
Tijdens zijn stage krijgt Martijn regelmatig te maken met schrijnende situaties, die hem aangrijpen. “Elke ochtend was het maar weer de vraag hoeveel patiënten er overleden zouden zijn,” vertelt hij. “De dood was altijd aanwezig, elke dag overleden er mensen. De eenzaamheid deed ook veel pijn. Omdat naasten meestal niet langs mochten komen, stierven mensen helemaal alleen.”
Het is voor elke zorgverlener heftig om mee om te gaan, maar als stagiair misschien nog wel meer. Vanuit de opleiding kreeg Martijn daarom begeleiding. Hij sprak elke week met een docent over het verloop van zijn stage. Gelukkig kan Martijn de heftige stage makkelijk van zich afschudden. Hij vertelt: “Het hielp om veel met vrienden en familie te bellen. Bij hen kon ik even mijn verhaal doen en vertellen wat ik die dag weer had meegemaakt. Daarna kon ik het loslaten.”
Wat hem ook goed deed, waren de vele kaartjes die hij kreeg van vrienden, familie en collega’s die allemaal trots op hem waren. Martijn zal dit jaar afstuderen, en wat hij daarna gaat doen is hem wel duidelijk geworden. In de acute zorg werken is wat hij wil en deze corona-stage heeft dat gevoel alleen maar bevestigd.