Om half 2 ‘s middags loop ik het kantoor binnen om aan mijn late dienst te beginnen. Alle collega’s zijn druk aan het bellen en in overleg met andere disciplines. Mijn collega vertelt me dat we een verdenking op corona hebben bij een van onze cliënten: een verhoogde temperatuur, hoesten en een grieperig gevoel. Dit zijn natuurlijk allemaal alarmsignalen voor ons in deze crisis. Er gaat van alles door mijn hoofd, maar één ding weet ik zeker: dit wordt geen ‘gewone’ dienst.
Een aantal weken geleden was het ook voor ons team binnen de GGZ een feit: de eerste positief geteste coronapatiënt. De desbetreffende man, laten we hem vanaf nu Wim noemen, is destijds overgeplaatst van een huisje op het terrein naar de HIC (High Intensive Care). Daar konden we de beste kwaliteit van zorg leveren én de veiligheid van anderen waarborgen. Gelukkig is hij momenteel weer veilig en wel terug bij ons in het team en is hij van zijn klachten af.
Angst en onzekerheid
Wim woont samen met drie andere huisgenoten die wij vanaf dag 1, net zoals natuurlijk alle andere cliënten op het terrein, goed in de gaten hebben gehouden. We meten dagelijks de temperatuur van onze cliënten en gaan na of zij verkoudheidsklachten hebben.
Toen bleek dat Wim weg moest uit het vierpersoonshuisje was direct een groot gevolg zichtbaar bij de andere drie cliënten: toegenomen angst en onzekerheid stonden op de voorgrond. Vooral voor één van de drie huisgenoten, vanaf nu met de naam Ad.
Ad is bekend met sombere periodes in zijn leven. Een dergelijke situatie waarbij iemand plots uit beeld is, heeft dan ook veel impact op Ad. Hij werd stiller in contact, trok zich vaker terug en sliep veel overdag om het contact met de begeleiding te vermijden.
‘Mondkapjes en al dat gedoe’
Tijdens de snelle overdracht die ik krijg van mijn collega, krijg ik te horen dat Ad verdacht wordt op corona. Vanmorgen zijn mijn collega’s bij hem binnen geweest en gaf Ad aan zich niet goed te voelen en vaker te moeten hoesten. Mijn collega’s hebben zijn temperatuur gemeten en zagen dat deze verhoogd was.
“Dan komen jullie straks zeker weer met mondkapjes en al dat gedoe bij mij binnen”, antwoordde Ad mopperend. Hij haalde zijn schouders op en zuchtte. Omdat Ad de hele situatie rondom Wim van dichtbij heeft meegemaakt, zag Ad de bui simpelweg al wel hangen. De moed zinkt hem zichtbaar in de schoenen. Het vertrouwen in de begeleiding lijkt af te nemen.
Multidisciplinair samenwerken
Wanneer mijn collega’s het huis van Ad verlaten, bellen zij onmiddellijk met andere disciplines: de regiebehandelaar wordt op de hoogte gesteld van de situatie evenals de huisarts op het terrein. Er gebeurt zoveel tegelijk dat er veel vragen door mijn hoofd spoken.
Hoe loopt dit af? Hoe verloopt het samenwerken met andere disciplines in deze crisis? Wat zijn de vervolgstappen en wie neemt welker rol op zich? Hoe gaan de komende dagen, misschien wel weken of maanden eruit zien voor Ad? Het zijn allemaal dingen waar ik me mee bezig houd. Het multidisciplinair werken brengt verschillende uitdagingen met zich mee, waar ik graag verder op in ga. Dat lees je binnenkort in het tweede deel.
Ben jij zorgprofessional en op zoek naar de inhoudelijk mooiste opdrachten in de GGZ?
DNZ heeft dé opdrachten en vacatures voor Psychiaters en Verpleegkundigen als zzp’er of in vast dienstverband.