Ziekenhuistaal
Voor iedereen die nieuw is in het ziekenhuis of voor iedereen die geen flauw idee heeft van het reilen en zeilen in het ziekenhuis: hierbij een lesje ziekenhuistaal. Over wat we zeggen en wat we eigenlijk écht bedoelen.
Voor iedereen die nieuw is in het ziekenhuis of voor iedereen die geen flauw idee heeft van het reilen en zeilen in het ziekenhuis: hierbij een lesje ziekenhuistaal. Over wat we zeggen en wat we eigenlijk écht bedoelen.
Daar lag hij dan: aan jaren keihard werken was abrupt een eind gekomen. De vermoeidheid, die langzaam zijn totale zijn omvatte, was niet meer te negeren geweest. De diagnose kwam niet onverwachts.
Wanneer je zelf eens in het ziekenhuis belandt, krijg je toch een heel andere kijk op bepaalde zaken. Een aantal jaar geleden werd ik zelf opgenomen en dat gaf me een andere blik op verpleegkundigen.
Ze zat in haar favoriete stoel bij het raam te kijken hoe het circus werd opgebouwd. Vol verwondering keek ze naar wat er allemaal gaande was. Dit zie je natuurlijk niet iedere dag in je voortuin.
In het zorgleefplan staat vaak het doel dat wij, samen met de cliënt, zorgdragen voor een veilige en schone woonomgeving en dat de privacy gewaarborgd moet blijven. Maar lukt dat wel altijd?
Ik hoor het brandalarm en zie een paar BHV’ers naar een appartement sprinten. Hier woont een echtpaar waar normaal weinig mee aan de hand is. Ik zie geen rook, maar ik merk dat me een nare penetrante geur tegemoet komt.
Pas geleden ben ik bevallen en daarbij zijn er momenten dat je in je blootje bent. Het moet, het hoort erbij en je kan geen kind baren met je broek aan. Logisch. En tegelijk voelde ik me met sommige cliënten opeens verbonden.
Haar zoon opent de blauwe voordeur. Ik stel me voor en vraag hoe het gaat. Hij geeft aan blij te zijn dat ik er ben om de pomp op te hogen, omdat zijn moeder opeens wakker is geworden. En dat was niet de bedoeling.
Zij en ik werden geen vrienden, want ik drukte soms door waar zij nog lang niet wilde. Maar het moest, voor haar en voor Willem. Maar Willem werd steeds depressiever en bozer en Hannie steeds stiller.
Je hebt er vast wel eens over gehoord: de zorgdriehoek. Een driehoek waarbij drie partners zijn betrokken: de cliënt, naasten zoals familie of mantelzorger en de hulpverlener; wij dus. Hun gekoppelde doel is, je raadt het, goede zorg!