Humor in de zorg
Ze zat in haar favoriete stoel bij het raam te kijken hoe het circus werd opgebouwd. Vol verwondering keek ze naar wat er allemaal gaande was. Dit zie je natuurlijk niet iedere dag in je voortuin.
Ze zat in haar favoriete stoel bij het raam te kijken hoe het circus werd opgebouwd. Vol verwondering keek ze naar wat er allemaal gaande was. Dit zie je natuurlijk niet iedere dag in je voortuin.
Ik hoor het brandalarm en zie een paar BHV’ers naar een appartement sprinten. Hier woont een echtpaar waar normaal weinig mee aan de hand is. Ik zie geen rook, maar ik merk dat me een nare penetrante geur tegemoet komt.
Pas geleden ben ik bevallen en daarbij zijn er momenten dat je in je blootje bent. Het moet, het hoort erbij en je kan geen kind baren met je broek aan. Logisch. En tegelijk voelde ik me met sommige cliënten opeens verbonden.
Haar zoon opent de blauwe voordeur. Ik stel me voor en vraag hoe het gaat. Hij geeft aan blij te zijn dat ik er ben om de pomp op te hogen, omdat zijn moeder opeens wakker is geworden. En dat was niet de bedoeling.
Als een vrouw op leeftijd het niet meer ziet zitten, wordt ze verliefd op de verwarmingsmonteur. Hij is getrouwd en heeft kinderen, maar komt haar al ruim een jaar regelmatig opzoeken.
Zij en ik werden geen vrienden, want ik drukte soms door waar zij nog lang niet wilde. Maar het moest, voor haar en voor Willem. Maar Willem werd steeds depressiever en bozer en Hannie steeds stiller.
Sommige ervaringen binnen de zorg kunnen breekpunten of keerpunten worden. Soms ligt het heel dicht bij elkaar. Nu, jaren later, ben ik blij met de opgedane ervaring. Toen had het ook het eind van mijn zorgcarrière kunnen zijn.
Als zorgverlener wil je altijd het beste voor de patiënt, cliënt of bewoner. Maar soms brengt zorgen lastige dilemma’s met zich mee. Toch biedt dat juist de kans om even stil te staan en je af te vragen of we wel het juiste doen.
Ze heeft het zo ontzettend zwaar, maar haar vechtlust is zó groot. Het moment dat de arts aangeeft dat de volgende fase van de behandeling van start moet gaan, weigert ze. Mijn hart slaat een slag over.
Als ik weg wil lopen, pakt ze m’n hand vast. Ik schrik even van de kracht in haar hand. “Mijn man zat vanavond bij me, levensecht, het was zo’n fijn gevoel,” zegt ze stalend.