Als wijkverpleegkundige in een thuiszorgorganisatie kom ik met veel verschillende mensen in contact. De ene keer is dat hartstikke gezellig, soms verdrietig. Deze keer werd ik enorm verrast en zorgde mijn cliënt voor de nodige uitdagingen.
Een nieuwe klant, aangemeld vanuit het transferbureau van het plaatselijke ziekenhuis in de buurt. Ik bekijk de aanvraag. Het gaat om een klant die ik niet ken en ik zie dat er een wondbehandelingsplan bijgesloten is. Dagelijks wondzorg vanwege een geïnfecteerde wond na een buikoperatie.
Leven zoals u wilt
Ik pak alle spullen bij elkaar om op huisbezoek te gaan. Als wijkverpleegkundige binnen onze thuiszorgorganisatie doe ik een eerste huisbezoek. Ik maak kennis met de klant, doe mijn anamnese en kijk wat voor zorg er nodig is. In dit huisbezoek wil ik de klant graag beter leren kennen, haar levensverhaal horen, om aan te kunnen sluiten bij de visie van onze thuiszorgorganisatie: ‘Leven zoals u wilt’.
Zorgdossier, check! Informatiemateriaal met diverse folders van onze organisatie, check! Een zorgverleningsovereenkomst, handschoenen, plastic schort.. Ik heb alles bij me. Ik stap in mijn auto en rijd naar een kleine seniorenwoning in het dorp. Deze woningen ken ik, net als dat huis. Ik herinner me de markante dame met haar hondje, die er tot twee maanden geleden nog woonde.
Ik bel aan en een klein meisje van een jaar of vier opent de deur. Haar gitzwarte ogen kijken me vragend aan. Een Afrikaanse nationaliteit, realiseer ik me snel. Ze houdt de deur voor me open, lacht en huppelt vervolgens naar binnen. Ik ga haar maar achterna. Eenmaal binnen stel ik me voor aan de jonge vrouw die op de bank zit, maar ik zie aan haar reactie dat ze me niet begrijpt. Ik probeer het opnieuw, dit keer in het Engels, maar ook dat heeft geen resultaat.
Een bijzondere achtergrond
Met gebaren probeer ik aan te geven waarvoor ik kom en dat heeft effect. Ik zie een tas met verbandmateriaal staan kan eindelijk aan de slag met de wondzorg. Het kleine meisje kijkt mee. Eigenlijk vind ik dat een kind dit niet zou moeten zijn, maar een gesprek hierover wordt lastig. Ik laat het daarom maar gebeuren. Het is een rare situatie. Normaal zou ik een gesprek aangaan en de verbinding zoeken, maar nu kom ik niet veel verder dan gebaren, non-verbalen communicatie en wat vage klanken.
Ik overweeg om een tolk in te gaan schakelen, maar daarvoor heb ik eerst meer informatie nodig. Ik heb namelijk geen idee waar deze mensen vandaan komen en welke taal ze wel spreken. Via de huisartsassistente leer ik meer over het gezin. Deze mensen zijn als vluchtelingen naar Nederland gekomen, ze woonden in de verre binnenlanden van Somalië.
Ik ben onder de indruk. Wat hebben deze mensen meegemaakt? Wat gaan ze nog meemaken? Hoe moeten zij zich voelen, in een vreemd land, ver van huis? Ik regel de verdere zaken en zet de dagelijkse wondzorg in. Af en toe verleen ik zelf de zorg, waarbij ik me elke keer weer verwonder over hun vertrouwen in ons.
Al snel weet ook het meisje wat er moet gebeuren. Ze zet elke dag alle spullen klaar en helpt op haar manier mee. Het is mooi om te zien hoe connecties kunnen ontstaan. Soms zijn woorden minder belangrijk en heb je ze niet nodig om vertrouwen en contact te ervaren. Als de wond van mevrouw genezen is, sluiten we onze zorg af. Niet veel later hoor ik dat de familie vertrokken is naar een onbekende locatie. Mogelijk zijn ze op doortocht. Even bekruipt me een verdrietig gevoel en ben ik dankbaar voor alles wat ik heb.