Na alle drukte van het bevrijdingsfestival op 5 mei begin ik maandagochtend weer met een ochtenddienst. Ik heb er al een aantal cliënten op zitten en ga nu naar een 83-jarige man toe. Deze man lijdt aan hartfalen, nierfalen, diabetes en heeft slechte vaten. Het oedeem in zijn benen neemt toe en hierdoor heeft hij de afgelopen weken constant wisselingen in medicatie gehad; de ene week wordt de diuretica opgehoogd, maar vervolgens zijn de nierfuncties zodanig verslechterd, dat er weer mee gestopt moet worden.
Dhr. is een therapietrouwe man, die graag zelfstandig blijft wonen. Echter door alle veranderingen overziet hij het niet meer, en laat hij de medicatie aan de Buurtzorg over.
Ik leg de medicatie voor dhr. klaar voor de rest van de dag en geef de ochtendmedicatie aan. Daarna ga ik even zitten aan de oude keukentafel en maken we een praatje over koetjes en kalfjes. Tante ‘Corrie’ is bezig in de keuken met schoonmaken, en kletst ondertussen met ons mee.
Terwijl we aan het praten zijn, besef ik mij dat ik dit kleine onderdeel van mijn werk zo kan waarderen; in huiselijke sfeer een cliënt tijd en aandacht kunnen geven.
Ik vraag dhr. nonchalant over hoe hij de afgelopen dagen heeft gespendeerd, waarbij ik aan mezelf denk de vorige dag; dansend op een festival in Zwolle met een drankje in mijn hand. Ik vertel dat ik de dodenherdenking indrukwekkend op de televisie vond. Direct nadat ik dit onderwerp had aangesneden, zie ik iets gebeuren in zijn ogen. Hij wordt emotioneel, tranen springen in zijn ogen en hij maakt het gebaar met zijn handen dat hij er niet over wilt praten. Het gebeurd allemaal in een paar seconden. Hij heeft de oorlog meegemaakt en wilt de herinneringen niet ophalen, maar door mijn vraag gebeurde het toch. ‘Het waren vreselijk nare mensen’ zegt hij. De grond zakt onder mijn voeten weg, ik voel me zo stom. Er is een moment van stilte in de keuken en ik besef me dat deze man vreselijke dingen als 9 jarig jongetje mee moet hebben gemaakt.
De nieuwe generatie viert voornamelijk de bevrijding, zo ook ik. Natuurlijk sta ik 4 mei ook stil bij de gebeurtenissen voor de bevrijding, maar de angst, onzekerheid en rouw die de mensen in de oorlog hebben meegemaakt, kan ik me niet voorstellen. Zelfs na 74 jaar is het voor dhr. nog steeds te pijnlijk om over te praten.