Diepe snijwonden, bloed, een kapot bord en de rest van de zichtbare huid bevat allemaal oude littekens. Het zijn enkele signalen van automutilatie, ofwel zelfbeschadiging. Verpleegkundige Janna de Boer werkt in de ggz en komt het regelmatig tegen.
“Josje heeft zich gister opnieuw gesneden”, zegt mijn collega. “Meerdere huidlagen heeft ze opengesneden met een bord”. Er gaat een rilling door me heen. Opnieuw komt de gedachte in me op: hoe slecht moet je je voelen dat je jezelf zo pijn kan doen?
Oplopende spanning
Mijn collega vraagt of ik bij Josje langs wil gaan om te bekijken of de wond gehecht moet worden. “Josje wilde gisteren niet dat het behandeld werd. En ze wilde al helemaal niet naar de eerste hulp om het te laten hechten. Misschien heb jij een ingang bij haar.” Ik betwijfel het. Ik ken Josje, haar overtuigen is als het verplaatsen van een berg. Desalniettemin bezoek ik haar toch.
“De spanning werd te hoog, nu heb ik het weer gedaan met mijn stomme kop”, zegt Josje beschamend. Haar hoofd is gebogen en zo vermijdt ze mijn blik. “Josje, wat heb je nodig?” vraag ik haar. Door haar naam te noemen, hoop ik dat ik haar blik kan vangen. Ze kijkt me aan. “Ha lieverd, hoe is het met de kindjes?” vraagt ze dan vermijdend. Ik blijf bij mijn vraag: “Wat heb je nodig?”
Eigen regie
Josje heeft eigen regie. Zij bepaalt zelf wat er gedaan wordt als ze geautomutileerd heeft. “Het kan niet meer gehecht worden, daarvoor is het te lang geleden. Het bloeden is gestopt, het is goed zo”, zegt Josje. Ik ben nog in twijfel of ze me afwimpelt of dat ze het meent. “Vind je het oke als ik het beoordeel, zodat er eventueel overleg met de huisarts kan plaatsvinden?” vraag ik.
Dat wil ze niet, maar we maken wel een afspraak. Als ze zich bedenkt kan ze me altijd bellen, zodat we alsnog samen een plan kunnen maken. “Het is goed zo, bedankt”, zegt Josje. Ik krijg een welbekende glimlach van haar. Haar regie, bedenk ik me, terwijl ik naar buiten loop.
Vormen van automutilatie
Zelfbeschadiging of automutilatie is er in verschillende vormen. Van het kapot slaan van je knokkels tegen een muur tot het overgieten van bijtende vloeistoffen. Alles om de spanning zo veel mogelijk te verminderen. Cliënten leggen het uit als een oplopende spanning, zoals een pan water die kookt. En het kookproces kan alleen tegen worden gegaan door de pijn van de spanning te veranderen in fysieke pijn. De ontlading is dan groot en de spanning neemt direct af. Die spanning kan ontstaan door verschillende zaken. Denk bijvoorbeeld aan mentale pijn, niet om kunnen gaan met situaties, tegenslagen of emoties.
Automutilatie blijf ik een complex copingsmechanisme vinden. Hoeveel mentale pijn, spanningen of tegenslagen moet een cliënt voelen om zichzelf zoveel pijn te kunnen doen. Dat het leven zo tegen kan zitten, zo pijnlijk kan zijn, kan ik me niet voorstellen. Maar het niet veroordelen van deze manier van coping, is een waardevolle manier om de samenwerkingsrelatie met je cliënt te behouden.