De zorg hangt aan elkaar van protocollen, voorschriften en richtlijnen. Tot vandaag ontbrak er echter nog één ding. Maar vrees niet, want redding is nabij. Hieronder vind je de tien zorggeboden: tips en trucs, do’s en don’ts die jou als zorgverlener een beetje houvast kunnen bieden. Zodat we niet reddeloos en regelloos ten onder zullen gaan.
Gebod 1. Wees zachtjes als patiënten liggen te slapen
En al helemaal als het vervelende of irritante patiënten zijn! Zolang ze slapen kunnen ze nauwelijks voor problemen en frustraties zorgen. Als het om decibels gaat in de nacht: less is more!
Gebod 2. Maak geen misbruik van stagiaires
Toen jij nog in opleiding was vond je het ook vervelend dat jij alle stomme klusjes moest doen, toch? Natuurlijk is het prettig als stagiaires goed ingewerkt zijn en mee kunnen helpen wanneer het spits is. Stagiaires zijn er echter om te leren. Drukte op de afdeling kan zeker leerzaam zijn, maar mag eigenlijk niet ten koste gaan van hun leerproces.
Gebod 3. Zeg nooit dat het rustig is
Zeggen dat het rustig is, is vragen om drukte. Waarom zou je onheil over jezelf uitroepen? Geniet in stilte van een rustige dienst want zodra je het eenmaal benoemt zal je merken dat het ineens druk wordt. Altijd.
Gebod 4. Wees streng, doch rechtvaardig
Natuurlijk hebben sommige patiënten een lieve zuster nodig, maar af en toe is er niks mis met een beetje tough love. Uiteindelijk zijn we er om patiënten op te knappen en soms moeten ze even toegesproken of gestimuleerd worden. Streng, doch rechtvaardig.
Gebod 5. Maak geen troep
Niks is zo vervelend als een dienst beginnen met het opruimen van andermans troep. Een vieze po hoort in de pospoeler, niet bovenop het toilet of op de grond naast het bed. Over het algemeen zijn het patiënten die hun heupen mogen breken; niet het personeel als ze weer eens over rondslingerend afval van een collega struikelen.
Gebod 6. Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet
Houd rekening met je collega’s, wees netjes tegen patiënten en wees ook niet te lui. Dat je geen zin hebt om iets te doen, wil niet betekenen dat je het dan maar moet overdragen aan een ander.
Gebod 7. Draag altijd handschoenen en matjes bij handelingen waar lichaamsvloeistoffen bij komen kijken
Denk je even een katheter te kunnen legen zonder te knoeien? Fout. Dat kan je niet. Zó snel een stoma verzorgen dat het tussendoor niet gaat lopen en je geen matjes nodig hebt? Onmogelijk. Gebruik matjes en trek altijd, ik herhaal, altijd, handschoenen aan.
Gebod 8. Je zal niet panikeren, stressen of al te veel huilen
Soms is het ontzettend druk, heb je te maken met heftige gebeurtenissen of acute situaties. Soms heb je slecht geslapen of zit je slecht in je vel. Probeer je hoofd koel te houden en probeer je werk niet te veel mee naar huis te nemen.
Gebod 9. Zeuren mag, maar slechts met mate
Zeuren, zuchten, zeiken en steunen – in de zorg weten wij erg goed hoe dat moet. Af en toe mag dat ook best, want een potje zeuren kan soms erg opluchten. Maar blijf er niet te erg in hangen. Al die negativiteit brengt zelden iets constructiefs teweeg.
Gebod 10. Help je collega’s zoals je zelf geholpen wil worden
Werken in de zorg is teamwork. Zij hebben jou nodig en jij hebt hen nodig. Samen lever je de beste zorg. En geef toe: als je een patiënt moet helpen die incontinent is geweest en van top tot teen onder de viezigheid zit, ben je blij dat je er niet alleen voor staat.