Met tien jaar ervaring als verpleegkundige in het ziekenhuis, ben ik wel gewend om in teamverband te werken. Ik kan altijd een beroep doen op mijn collega’s en heb een heel team achter me staan. Maar wat als je dat niet hebt en je ook nog eens in een vreemd land werkt? Dat overkwam mij tijdens mijn eerste week in Thailand.
Vier jaar geleden besloot ik vrijwilligerswerk te gaan doen als verpleegkundige in een ziekenhuis in het noordoosten van Thailand. Via een organisatie kwam ik terecht in een piepklein dorpje, waar ik samen met drie andere vrijwilligers twee maanden lang zou blijven.
Ik had net mijn eerste werkdagen in het ziekenhuis achter de rug en was op tijd mijn bed in gekropen, zodat ik goed uitgerust aan mijn volgende werkdag kon beginnen. Totdat de andere vrijwilligers in paniek mijn kamer op kwamen gestormd. Ik moest direct komen: er was recht voor onze deur een scooterongeluk gebeurd.
Taalbarrière
Op dat moment werd er direct een beroep gedaan op mij als verpleegkundige en verleende ik de eerste hulp. Waar ik normaal gesproken samen met mijn collega’s de zorg draag, stond ik er nu alleen voor en dat ook nog eens in een vreemd land. Ik voerde direct de ABCDE-controles uit, waarbij communicatie lastig bleek door de taalbarrière en doordat de jongen gedronken had.
Ik gaf de andere vrijwilligers de opdracht om verbandmaterialen uit mijn kamer te halen en kon me gaan richten op de wondzorg. De jongen had vooral wat oppervlakkige wonden en mocht van geluk spreken dat de schade beperkt was gebleven, aangezien hij geen helm droeg. Ondertussen belden we de ambulance, die dertig minuten later pas aankwam. Het ambulancepersoneel voerde opnieuw de ABCDE controles en de wondzorg uit en namen de jongen mee naar het ziekenhuis.
De verschillen met Nederland
De volgende ochtend begon ik mijn dienst op de ‘male ward’, waar ik mijn collega’s probeerde duidelijk te maken wat er was gebeurd. Ik vroeg ze of ze wisten hoe het nu met de jongen ging. Tot mijn verbazing was hij opgenomen op mijn afdeling.
Twee dagen lang droeg ik de zorg voor hem, daarna was hij goed genoeg opgeknapt om ontslagen te worden. De jongen kon zich het ongeluk niet meer herinneren, maar nadat mijn collega’s hem vertelden dat ik de eerste hulp had verleend was hij me zichtbaar dankbaar. Zijn moeder is me zelfs thuis komen bedanken.
Waar je in Nederland in deze toestand vrij snel met een weekadvies naar huis zou worden gestuurd, bleef deze jongen twee dagen lang opgenomen. Door de taalbarrière is me niet helemaal duidelijk geworden waarom dit zo was. Het was niet het enige verschil, want ook de wondzorg gaat er hier anders aan toe. In Thailand behandelen ze veel wonden op dezelfde manier, onafhankelijk van de soort wond. Ze worden gedesinfecteerd, verbonden met een steriel gaasje en de volgende dag opnieuw verzorgd. Verkeersongevallen zijn hier dagelijkse kost. En bestuurders dragen geen helm.