Een tijdje geleden ging het goed mis met mijn gezondheid. Ik was net begonnen aan mijn nieuwe baan en wilde de draad snel weer oppakken, maar belandde alsnog weer in het ziekenhuis. Ik hoop op begrip van mijn werkgever, maar helaas pakt dat verkeerd uit.
Eenmaal thuis gaat het langzamerhand de goede kant op. Werken kan en mag ik nog niet, maar ik kan in ieder geval weer een hele dag rechtop zetten zonder te veel pijn en zonder in slaap te vallen. Ik begin weer zelf voor mijn kinderen te zorgen en ik kan zelfs af en toe het huishouden wat oppakken. En geloof me, wat ben ik daar blij mee!
Geen kans om mijn baan te redden
Na een week krijg ik een telefoontje van mijn werk. Doordat ik ziek ben en niet kan werken, willen ze het gesprek aangaan over de mogelijkheden voor zowel mij als hun. Aangezien mij in de week in het ziekenhuis al is verteld dat ik waarschijnlijk mijn baan kwijt zou zijn, had ik er een slecht gevoel bij. Omdat ik in mijn proeftijd zit, is mijn ontslag nog mogelijk.
Het gesprek vindt plaats op mijn werk. Hoe zwaar dit voor mij ook is, met alle pijn die ik nog heb, besluit ik erheen te gaan om mijn baan te redden. Maar eenmaal daar blijkt die mogelijkheid allang van tafel te zijn. Tijdens het gesprek geef ik meerdere keren aan dat ik er alles aan wil doen om ervoor te zorgen dat ik mijn baan weer op kan pakken. Ik wil meteen beginnen zodra het weer mogelijk is. Het heeft geen zin.
Het hoofd van P&O en mijn leidinggevende zitten tegenover me. Ik hoor ze praten: “Door omstandigheden die zijn voorgevallen…”, “Wij zien geen andere mogelijkheid…”. Bij elke zin voel ik mijn kansen kleiner worden. Af en toe geef ik antwoord of laat ik weten dat ik dit niet eerlijk vind verlopen. Hoewel ik meerdere argumenten geef waarom ik het niet eens ben met mijn aankomend ontslag, zijn mijn gesprekspartners niet van plan om hun mening te veranderen. Ik krijg geen tweede kans, geen hulp en word zonder pardon op straat gezet.
Niet bij de pakken neer gaan zitten
Nog enigszins van slag loop ik naar buiten. Ik ben net mijn baan kwijtgeraakt, zonder dat ik er ook maar iets aan kon doen. Nu moet ik weer gaan solliciteren en dat ook nog eens tijdens de coronacrisis. Even zie ik het niet meer zitten. Ik weet niet wat ik moet doen en vraag me af hoe dit is gebeurd. Eenmaal thuis leg ik dit gevoel naast me neer, pak ik mijn laptop en stuur ik meteen vier sollicitaties de deur uit. Ik vraag mijn netwerk of ze een plek weten voor een enthousiaste verpleegkundige en probeer zoveel mogelijk opties uit te zetten.
Tot dusver heb ik nog geen succes gehad. Toch geef ik niet op. Er moet vast een werkgever zijn die mijn enthousiasme ziet, weet dat ik er alles aan zou doen om gelukkig en tevreden naar huis te gaan en ziet dat ik grote inzet toon voor patiënten. Ik blijf zoeken, bellen en solliciteren. Bij de pakken neer gaan zitten heeft nu eenmaal geen nut.
Ondertussen zijn mijn nieren nog steeds niet helemaal de oude. Er staan nog onderzoeken op de planning en de pijnstillers zijn nog altijd een welkome toevoeging aan mijn dag. Binnenkort heb ik weer een afspraak in het ziekenhuis. Er wordt dan weer bloed geprikt en er wordt gekeken naar de uitslagen van de onderzoeken. De kans dat er toch iets mis is in mijn lichaam willen ze zo goed mogelijk onderzoeken. Voor nu blijf ik lekker mijn positieve zelf en zorg ik in ieder geval dat mijn huis weer is zoals ik het graag zie! Opgeruimd en schoon.