‘Jij bent toch verpleegkundige…? Weet jij dan misschien wat ik moet doen tegen…?’ Herken je dat, dat je door familie of bekenden om hulp wordt gevraagd omdat je verpleegkundige bent?
Verpleegkundigen zijn vaak praktisch en hulpvaardig ingesteld. De meesten zullen dan ook wel eens gevraagd zijn door familie, buren of vrienden om verpleegkundige handelingen te verrichten. Even naar een wond kijken, insuline spuiten op verzoek van een familielid of iemands hechtingen verwijderen. Vaak gaat het om onschuldige handelingen en meestal gaat het goed.
Maar stel dat je een fout maakt of de huisarts is kritisch over jouw hulp. Het is mogelijk dat er een melding wordt gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg of zelfs een klacht wordt ingediend bij het regionaal tuchtcollege. Daar sta je waarschijnlijk niet bij stil als je iemand even helpt. Kan je dan beter geen hulp geven? Natuurlijk mag je iemand helpen, maar het is wel slim om enkele tips in je achterhoofd te houden als je hulp biedt in de privésfeer.
Je bent en blijft verpleegkundige
Belangrijk om te weten is dat het tuchtcollege deze handelingen als beroepsmatig beschouwt – ook al zijn ze in de privésfeer verricht. Voor je gevoel ben je niet beroepsmatig bezig. Het is immers mantelzorg of een vriendendienst. Maar dat is niet zoals het tuchtcollege ernaar kijkt. Mocht er iets fout gaan, dan word je ook als professional beoordeeld en niet als buurvrouw of de echtgenote van.
Dit betekent dus dat het tuchtcollege jouw handelen toetst aan de geldende wet- en regelgeving. Het is verstandig om daar rekening mee te houden in het belang van jezelf en de patiënt. Houd je dus net als in je gewone werksituatie aan de regels en richtlijnen.
Waar moet je aan denken?
Denk bijvoorbeeld aan de regels rondom voorbehouden handelingen uit de wet BIG. Zo heb je een opdracht van de arts (mondeling of schriftelijk) nodig om voorbehouden handelingen te mogen verrichten. Ook geldt de eis dat je bekwaam moet zijn tot het verrichten van deze handelingen.
Check verder welke instructies er zijn gegeven aan familieleden om de handelingen zelf uit te voeren. En houd je aan de specifieke richtlijnen en protocollen die rondom een bepaalde behandeling gelden.
Denk ook aan de overdracht. Zorg ervoor dat wat je hebt gedaan, bekend is bij de hoofdbehandelaar. Meestal is dat de huisarts die de zorg van het ziekenhuis overneemt als de patiënt weer thuis is. Bij twijfel is het slim om vooraf overleg te hebben. En zorg natuurlijk voor een goede verslaglegging in een eventueel dossier.
Ook patiëntenrechten, zoals het recht op geheimhouding en het recht op informatie, zijn van toepassing en moeten gerespecteerd worden.
Tot slot een opmerking over de bekwaamheid. Volgens de Wet BIG is de bekwaamheid een van de voorwaarden om een voorbehouden handeling (beroepsmatig) te mogen verrichten. Bekwaamheid is ook een voorwaarde voor het zorgvuldig verrichten van niet voorbehouden handelingen. Bekwaamheid houdt in dat je over voldoende opleiding, ervaring en technische vaardigheden moet beschikken, maar ook dat je je bekwaam voelt in een specifieke situatie waarin je je op dat moment bevindt. Misschien ben je wel té betrokken omdat het gaat om familie of voel je je onder druk gezet. Of heb je een glas alcohol gedronken. Ga dus ook in een privésituatie altijd na of je de opdracht aankan en of je jezelf in die situatie echt bekwaam voelt.
Logisch
Sommige punten klinken misschien logisch. Toch is het goed om een keer bij je positie stil te staan. Het zit misschien in je natuur om iemand te helpen en er voor iemand te zijn. Maar houd deze punten in je achterhoofd en voel je niet bezwaard om ‘nee’ te zeggen als iemand je iets vraagt. Leg dan uit dat je ook in een privésituatie gebonden bent aan de regelgeving en dus als professional een beslissing moet nemen. En dat deze regels er zijn in het belang van de patiënt.