Binnen de organisatie van wijkverpleegkundige Ineke was er geen beleid voor het opstellen van zorgplannen/indicaties. Inmiddels pakken ze dit anders aan, door het wijkverpleegkundig proces toe te passen. Eerder schreef Ineke al over hoe zij deze indicaties opstelt, nu gaat ze dieper in op het belang van een verpleegkundige diagnose.
Ik merk op de werkvloer dat veel mbo- en hbo-verpleegkundigen moeite hebben met het stellen van een verpleegkundige diagnose. In veel zorgplannen zie ik zelf de onderbouwing voor de inzet van zorg vanuit een medische diagnose. Heel soms is dit ook wel het geval, maar meestal zit er een verpleegkundige diagnose achter.
Zo kijk ik bij mevrouw Jansen mee in haar zorgplan en zie ik staan dat zij haar therapeutisch elastische kousen (TEK) aankrijgt door de wijkverpleging, vanwege haar hartfalen. Klinkt logisch, toch? Het is inderdaad zo dat mevrouw Jansen TEK heeft vanwege hartfalen, maar dat de wijkverpleging deze aantrekt heeft een hele andere oorzaak.
De oorzaak nagaan
Voor het stellen van een verpleegkundige diagnose heb ik input nodig. Deze haal uit het eerste gesprek met de cliënt, maar ook uit de rapportage van mijn collega’s. Tijdens het eerste gesprek ga ik na wat de persoonlijke doelen van een cliënt zijn, om vervolgens na te gaan welke problemen een cliënt hierbij heeft. Dit is de basis voor het stellen van een verpleegkundige diagnose.
Vervolgens ga ik na wat de cliënt hierin zelf kan betekenen. In bovenstaande casus ga ik na wat de oorzaak is waarom mevrouw Jansen haar TEK niet zelf aan kan doen. Zij heeft twee maanden terug door een val met de fiets haar sleutelbeen gebroken. Dit is medisch goed genezen, maar mevrouw geeft aan dat zij geen kracht heeft om haar TEK aan te krijgen en bang is om pijn aan haar arm te krijgen. Naar voren bukken is geen probleem voor mevrouw Jansen. Ook kan zij haar arm goed omhoog krijgen.
Ik stel de verpleegkundige diagnose met behulp van de NANDA en hierin kom ik uit op het volgende probleem: een lichamelijk mobiliteitstekort. Vervolgens ga ik kijken naar de oorzaken en de symptomen. In het gesprek vraag ik ook uit hoe mevrouw zelf geprobeerd heeft om de TEK aan te doen. Mevrouw Jansen geeft aan dit zonder hulpmiddelen te doen. Dit is erg zwaar en kost ook veel kracht.
Tevens ga ik na hoe het voedingspatroon van mevrouw is. Voor voldoende spierkracht heb je eiwitten uit je voeding nodig. Tijdens het eerste gesprek signaleer ik hierin ook een gezondheidsrisico. Mevrouw eet namelijk graag zoetigheid op haar boterham, drinkt geen zuivel en neemt na de warme maaltijd ook geen toetje zoals yoghurt of kwark.
Werken aan het persoonlijk doel
Tijdens het gesprek kom ik uit op de volgende oorzaken: terughoudendheid om te bewegen, lichamelijke deconditionering en vermindering van spierkracht. Deze oorzaken controleer ik in de NANDA onder samenhangende factoren. Vervolgens ga ik bij bepalende kenmerken na welke passend zijn bij mevrouw en werk ik mijn verpleegkundige diagnose uit aan de hand van de PES-methode. Lichamelijk mobiliteitstekort wordt veroorzaakt door terughoudendheid om te bewegen en vermindering van spierkracht. Het uit zich in instabiele lichaamshouding, uiting van ongemak, vermindering van de grove- en de fijne motoriek en het aangeven dat mevrouw de TEK niet zelf aan kan krijgen.
Op basis van de oorzaken kan ik als verpleegkundige met mevrouw Jansen bespreken wat zij nodig heeft. Tijdens het eerste gesprek was het persoonlijke doel van mevrouw om zelfstandig haar TEK aan te krijgen. Door aan de oorzaken te werken, gaan we kijken of we dit persoonlijke doel gaan bereiken. In samenspraak zetten we de volgende acties in:
- Fysiotherapie: versterken van de spieren en het mobiliseren van de arm
- Diëtist: in kaart brengen of mevrouw voldoende eiwitten binnen krijgt en een voedingsadvies
- Ergotherapeut: bekijkt welk hulpmiddel passend is om zelfstandig de TEK aan te kunnen doen
- Wijkverpleging: deze trekken eerst de TEK voor mevrouw aan, tot de ergotherapeut is geweest. Vervolgens gaan zij mevrouw begeleiden met het zelfstandig aan doen van de TEK met een hulpmiddel.
Onderbouw je verpleegkundig handelen
Na zes weken bezoek ik mevrouw als wijkverpleegkundige weer om te kijken hoe het met haar gaat. Bij binnenkomst zie ik al een lach op haar gezicht: “Wat doe jij hier Ineke, ik trek mijn eigen TEK aan hoor.” Ik maak vervolgens de opmerking dat ik haar koffie te lekker vind. Mevrouw Jansen heeft vertrouwen in haar arm gekregen tijdens het mobiliseren met de fysiotherapeut. Zij is ook anderhalve kilo in zes weken aangekomen en eet nu 1.8 gram eiwitten per kilo lichaamsgewicht.
Mevrouw geeft aan zich sterker en fitter te voelen en dat de TEK om haar been glijdt met haar nieuwe hulpmiddel. Kortom: zij heeft haar persoonlijke doel bereikt, het zelfstandig aantrekken van de TEK. Dit door het stellen van een verpleegkundige diagnose en het werken aan de oorzaken.
Naast dat je als (wijk)verpleegkundige acties uitzet op de oorzaken, onderbouw je ook je handelen met het stellen van een verpleegkundige diagnose. Binnen de wijkverpleging is dit ook de onderbouwing voor je indicatie: waarom heb ik tijd nodig. Zou de wijkverpleging nog steeds de TEK aantrekken vanwege het hartfalen (de medische diagnose), dan zou mevrouw Jansen nog steeds zorg hiervoor ontvangen.