De asielcrisis haalde het afgelopen jaar bijna wekelijks de voorpagina. Hoe is het om als zorgverlener elke dag in deze realiteit te werken? De 31-jarige praktijkverpleegkundige Sanne ziet heel wat voorbijkomen: mensen met tropische ziekten, oorlogstrauma’s of gewoon behoefte aan een luisterend oor.
De afwisseling in werkzaamheden en culturen is groot. Hierdoor moet je als verpleegkundige in de zorg met asielzoekers creatief zijn: “Het voelt alsof ik er gratis een opleiding antropologie bij krijg.”
Werken met asielzoekers
Sanne werkt bij GezondheidZorg Asielzoekers (GZA), een organisatie die in opdracht van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) de zorg organiseert voor alle asielzoekers in Nederland. Ze maakte de overstap naar de GZA pas een half jaar geleden maar is nu al erg enthousiast over haar baan.
“Ik werk nu vijf jaar in de zorg. De eerste twee jaar was ik in dienst bij een tbs-kliniek. Omdat ik zelf meer medische handelingen wilde uitvoeren, maakte ik toen de overstap naar de afdeling cardiologie in een ziekenhuis. Een half jaar geleden besloot ik dat ik me ook op psychosociale zorg wilde gaan richten. Deze mogelijkheid deed zich voor bij GZA”, vertelt Sanne.
Asielzoekers zijn in Nederland automatisch verzekerd voor de meeste zorg waar Nederlanders ook voor verzekerd zijn. Bijna elk azc heeft een gezondheidscentrum waar een huisarts spreekuur houdt. De huisarts werkt samen met een praktijkverpleegkundige, deskundige voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) of een praktijkassistente. De huisarts kan ook doorverwijzen naar andere (specialistische) zorgverleners.
Meer tijd over
“Via GZA werk ik op twee asielzoekerscentra in de regio Utrecht. Dit kunnen vaste centra zijn, maar ook de noodopvanglocaties.” Ondanks de hectiek van de asielcrisis kan Sanne voor haar gevoel meer tijd aan patiënten te besteden dan in de reguliere zorg. Ze vertelt: “In de ochtend is er een inloopspreekuur. Daar doen we de triage en worden de mensen ingepland. ’s Middags komen ze terug voor het consult, daarbij beheer ik mijn eigen agenda. Maar omdat ik meerdere dagen op het terrein rondloop en de patiënten daar ook wonen, gebeurt het ook geregeld dat ik ze buiten de praktijk nog aanspreek.”
Sanne houdt zelf ook meer tijd over dan in de reguliere zorg, merkt ze. “Een luxe aan mijn werk is dat ik ‘gewone’ kantooruren maak: van half 9 tot 5. Ik hoef niet in de weekenden te werken en met de feestdagen ben ik ook thuis. Buiten kantooruren kunnen asielzoekers namelijk contact opnemen met onze telefonische dienst.”
Andere ziektebeelden
GZA biedt medewerkers trainingen aan, maar Sanne leert haar baan vooral on-the-job. En daarbij speelt creativiteit en aanpassingsvermogen een grote rol. Bijvoorbeeld omdat de patiënten geen Nederlands spreken. “Ik praat met patiënten met behulp van een telefonische tolk in hun eigen taal. Maar soms is er door drukte geen tolk beschikbaar. Dan moet ik aan de slag met handen en voeten, een vertaalapp of een familielid dat Engels spreekt.”
Daarnaast komt Sanne ook andere interessante uitdagingen tegen, zoals ziektebeelden die je bij Nederlandse patiënten niet zoveel ziet. “Denk bijvoorbeeld aan tropisch ziekten of ziekten die in Nederland veel minder voorkomen, zoals schurft. Door een andere cultuur en een lager opleidingsniveau kunnen patiënten ook met vragen zitten over hele basale dingen: seksuele voorlichting of griep bijvoorbeeld. Voor ik dit werk deed, had ik er nooit over nagedacht dat dit soort onderwerpen voor mensen totaal onbekend terrein kunnen zijn.”
Een baan met zingeving
Ondanks dat de asielcrisis tot verdeeldheid in de samenleving leidt, heeft Sanne geen vervelende reacties gekregen over haar werk. “Natuurlijk hebben mensen een mening over het asielbeleid en hoe er met asielzoekers moet worden omgegaan. Maar ik ben nog geen mensen tegengekomen die mij daarop aanspreken. Iedereen heeft recht op medische zorg, ook asielzoekers. Daar zijn de meesten het wel over eens.”
Voor Sanne was dit werk een bewuste keuze. “Het is natuurlijk een doelgroep waar je iets mee moet hebben, anders ga je hier niet werken. Ik heb veel gereisd en ik heb vrienden en bekenden die ook met asielzoekers werken. Juist het culturele aspect trok me erg aan. Door alles wat ik meemaak voelt het alsof ik er gratis een opleiding antropologie bij krijg. In dit werk voel ik zingeving.”
Natuurlijk komt ze ook schrijnende verhalen tegen, die eenmaal thuis heus nog weleens door haar gedachten schieten. “Maar het doet me goed dat ik, puur door aandacht aan mensen te kunnen besteden, al veel voor ze kan betekenen. Uiteraard romantiseer ik het niet. Net als in andere takken van de zorg is het soms pittig door drukte en cultuurverschillen. Dan moet je van aanpakken weten. Maar de veelzijdigheid van de functie en de inspirerende doelgroep en collega’s maken dat allemaal goed. Het is niet voor niks dan mensen over het algemeen lang bij GZA blijven werken. Ik ben in ieder geval nog lang niet uitgeleerd.”