Vandaag is het Wereld Bloeddonordag. Een belangrijke dag, om aandacht te vragen voor het belang van een vrijwillige en onbetaalde bloeddonatie. In Nederland zijn er 400.000 mensen die bloed- en plasmadonor zijn. Bij verpleegkundig specialist Merel werd het doneren er met de paplepel ingegoten. Ze deelt haar ervaring.
Al sinds mijn 18e ben ik bloeddonor. Dit wilde ik graag omdat mijn vader bij Sanquin werkte. Ik ben er als het ware mee opgegroeid: ik ging met mijn ouders mee als zij bloed gingen geven en als kind speelde ik met een (lege) bloedverzamelzak. Later begon ik aan de hbo-v en vond ik een stukje betrokkenheid als verpleegkundige in spe toch wel belangrijk. Het scheelt dat ik geen naaldenfobie heb!
De eerste keer bloed doneren
Wanneer je voor het eerst komt, wordt er alleen bloed afgenomen om te testen: welke bloedgroep heb je en heb je infectieziekten waardoor je niet zou kunnen geven. Ook wordt je Hb gecontroleerd en je bloeddruk gemeten. Er werken allemaal heel vriendelijke en kundige afname-assistentes die je heel goed begeleiden, zeker als het je eerste keer is. Ze prikken vaak elke dag en kunnen dit echt als de beste.
De eerste keer echt doneren was best wel spannend. De afname-assistente weet dat je voor het eerst komt doneren, dat is erg fijn! Er is veel tijd en aandacht voor je. Het aanprikken is natuurlijk even vervelend, maar als de naald er eenmaal in zit dan voel je hem eigenlijk niet meer. In ongeveer een kwartier doneer je iets minder dan een halve liter bloed. Ik was best wel bang dat ik na die tijd heel duizelig zou worden, of wiebelig op de benen zou staan. Gelukkig heb ik daar nog nooit last van gehad.
Na je donatie
Bij de bloedbank werken lieve vrijwilligers die je na donatie wat te eten en te drinken geven. Hier word je nog even in de gaten gehouden. Mocht je toch duizelig of wiebelig worden, dan word je plat gelegd en blijft er iemand bij je tot het weer beter gaat. Zelf heb ik dit dus nog nooit meegemaakt. Mocht je toch wat naar worden van (het idee van) bloedgeven, dan kan je ook overwegen om plasmadonor te worden. Als je plasma doneert dan krijg je al je bloedcellen weer terug en doneer je dus alleen je bloedplasma.
Ik zou iedereen aanraden om bloeddonor te worden. Je doneert maar enkele keren per jaar en je kan hier enorm veel mee bijdragen. Ik zie het inmiddels als een gezellig uitje en ik doe nog iets goeds ook. Met een keer doneren help je volgens de bloedbank al vijf patiënten. En met 35 donaties is er zelfs een mensenleven gered! Jaarlijks komt dat neer op ruim 25-duizend levens die gered kunnen worden dankzij die paar keer bloed doneren.