Daar ging ik dan: mijn eerste werkdag na mijn verlof. Mijn dochter van drie maanden oud op de opvang en ik met mijn tasje kolfspullen en een gezonde dosis spanning weer naar het werk. Borstvoeding geven is heel natuurlijk, maar kolven op het werk is best een dingetje. Deze acht praktische tips kunnen je helpen.
Ik geloof dat de werkgever een belangrijke rol speelt in het laten slagen van de borstvoeding bij de werkende moeder. De dagen voor mijn terugkeer op het werk hebben veel gedachten de revue gepasseerd: waar kan ik straks kolven? Gaan mensen het raar vinden? Zullen mijn collega’s het lastig vinden? Waar bewaar ik de melk? Hoe neem ik het mee naar huis? En ga zo maar door.
Inmiddels ben ik een paar maanden verder en heb ik zo mijn oplossingen gevonden voor de meeste praktische struggles. Omdat ik onder mijn collega’s merk dat ik echt niet de enige was die veel vragen had over het kolven op het werk, heb ik wat praktische tips opgeschreven voor andere (toekomstige) moeders.
1. Een geschikte ruimte
Laat je werkgever op tijd weten dat je borstvoeding geeft en dat je graag een ruimte wil om te kolven. Je werkgever is verplicht om hier een geschikte ruimte voor te regelen, je hoeft echt geen genoegen te nemen met een kruk in de linnenkamer.
2. Kondig het kolven aan
Laat je collega’s op je eerste werkdag (of daarvoor al) weten dat je gaat kolven en dat je er soms dus even tussenuit bent. Lever je pieper in en spreek vooral geen tijd af dat je terug bent. Kolven onder tijdsdruk is geen succes.
3. Neem de tijd
Je hebt het recht om 25% van je werkdag te besteden aan kolven. Als je een hele werkdag van acht uur werkt, komt dat dus neer op twee uur om te kolven. Neem de tijd die je nodig hebt. Soms zal je met 15 minuten klaar zijn, de andere keer duurt het 45 minuten. En dat is oké.
4. Schaf een handkolf aan
Echt, wat een verademing. Geen gesjouw met je elektrische kolf, een stopcontact dat net buiten bereik is en bovendien het niet zo charmante gebrom. Een handkolf is handig in gebruik, krijgt de borsten goed leeg en weegt niets. Super makkelijk om mee te nemen dus!
5. Flesjes, flesjes en nog eens flesjes.
Je kan geen flesjes genoeg hebben om je melk in te bewaren. Een deel staat in de koelkast, een deel zit in je kolftasje, een deel in de vaatwasser en je vergeet er altijd een of twee bij de opvang. Die flesjes moeten ook ergens in vervoerd worden. Koop daarom twee koeltasjes. Eentje om mee te nemen naar je werk en een koeltasje om af te geven aan de opvang (of andere plek waar je baby naartoe gaat).
6. Alles in een tas
Ik doe altijd al mijn kolfspullen (handkolf, flesjes, spuugdoekje en neusspray (zie punt zeven)) in het koeltasje en neem dat mee naar de kolfruimte. Na het kolven laat ik het flesje melk in de koelkast achter en neem ik de andere spulletjes weer in het tasje mee. Aan het einde van de dag doe ik de flesjes melk in de koeltas en neem ik alles zo weer mee naar huis.
7. Oxytocine neusspray
Dit kan helpen als het opwekken van de toeschietreflex lastig is. Deze neusspray kan je krijgen via de huisarts. Doe dat ook vooral, want het kan je soms echt helpen.
8. Ontspan je
Relax en staar je niet blind op de hoeveelheid die je kolft. De ene keer is het meer dan de andere keer. Een kop thee voor het kolven kan je helpen om te ontspannen, of kijk een serie tijdens het kolven. Let vooral niet te veel op de inhoud van je flesjes, maar ontspan en verzet je gedachten.